Met de opkomst van verhuursite Airbnb en de toenemende woningnood in Amsterdam, nemen Amsterdammers steeds vaker hun toevlucht tot de camping.
Hij stuurt er wekelijks zo'n zeven weg. Van die Amsterdammers die hun woning verhuren via verhuursite Airbnb en een weekje op de camping willen vertoeven. Niet bij campingeigenaar Steef Poelman in het Amsterdamse Bos. "Toen ik deze camping in 2005 van de gemeente overnam, was het doel om zoveel mogelijk toeristen naar de stad te trekken. Die stimuleren de economie. We voeren hier een heel strikt beleid in: geen Amsterdammers op de camping."
Maar sinds een jaar of twee lijkt Poelman aan de zogenoemde scheefkampeerder, de niet-toerist die op de camping wil verblijven, niet te ontkomen. Hij staat stiekem tussen de andere campers of probeert een van de 140 hutjes te huren. "Ik heb mensen al een paar keer hun geld teruggegeven", zegt Poelman. Als campingeigenaar heeft hij zelf ook last van de Airbnb-verhuurders die hij wekelijks wegstuurt. "Ze scheppen te hoge verwachtingen. Toeristen krijgen een fles wijn in de koelkast, elke dag schone lakens, gratis koffie. Die verwachten dan dat het overal zo is. Maar bij lowbudgetaccommodaties zoals bij ons heb je daar altijd voor moeten betalen. En wij moeten ons, anders dan Airbnb, aan allerlei regels houden."
Zo'n twintig kilometer verderop op Camping Zeeburg zitten ze ook niet echt te wachten op niet-toeristen. Laat je ze toe, zegt manager Pepijn van den Heuvel terwijl hij over het terrein wandelt, dan verandert de sfeer compleet. Hij loopt langs tieners die jeu-de-boulen met een fles water en een pak sap. Na elk punt klinkt luid gejuich. Hij passeert een groep Duitse mannen die, gezien de dertig flesjes bier op de campingtafel, aan de zoveelste ronde begint.
En hij komt langs tenten waar de geur van aangestoken joints walmt. "Komen hier ook niet-toeristen zitten, dan is de sfeer minder open, ongedwongen en internationaal. Als je een rotdag hebt gehad op je werk en je overnacht hier, heb je even geen zin in al dat blije, ontspannen gedoe."
Van den Heuvel herkent ze meteen, die niet-toeristen. Dat begint al bij de boeking. "De meeste gasten boeken maximaal drie nachten. Wil iemand een week blijven, dan valt het op." Als de rolkoffer en de pet met daarop de Amsterdamse vlag of, afhankelijk van de leeftijd, de joint ontbreken, dan is het vrij duidelijk dat het niet om een toerist gaat.
Tien jaar geleden waren het vooral toeristen die in Amsterdam wilden wonen, die op de camping bleven hangen. Inmiddels krijgt Van den Heuvel mailtjes van kamerloze studenten, gescheiden mannen die hun huis uit moeten en van mensen die midden in een verbouwing zitten. De Amsterdamse Airbnb-verhuurder zien ze in Zeeburg niet veel.
Op camping Vliegenbos in Amsterdam-Noord is hij weer wel te vinden. Momenteel zit er iemand drie weken op de camping omdat hij zijn woning onderverhuurt, zegt Yvonne Soetens, vrouw van de eigenaar. Ze doen er bij Vliegenbos niet moeilijk over. "Be my guest. Van de helft van de mensen weten we toch niet waarom ze precies hier zijn."
Ook mensen die voor hun werk in Amsterdam moeten overnachten, mogen er neerstrijken. Maar veel plek is er niet voor deze scheefkampeerders. "De weekenden zijn snel volgeboekt, dus aaneengesloten hier overnachten, lukt vaak niet." Komen ze wel, dan ziet Soetens het haast als een compliment. "Ik denk niet dat je je huis een week of langer verlaat als je dit een verschrikkelijke plek vindt."