De mammoeten die in het ijs worden gevonden, blijken vrijwel allemaal mannetjes. Volgens experts raakten juist zij bedolven omdat ze onhandig en dom waren.
In het stervenskoude Siberië pasten de dieren niet op waar ze liepen en vielen ze aan de lopende band in rivieren en meertjes, concluderen onderzoekers van het Natuurhistorisch Museum in Stockholm.
Onder leiding van Love Dalen bestudeerde zij aan de hand van de beenderen het geslacht van 98 verschillende mammoeten. Tot hun verbazing ontdekten zij dat het merendeel van alle exemplaren mannetjes betrof.
Dat kwam als een verrassing. ,,Je zou verwachten dat grofweg de helft van de gevonden fossielen van een vrouwtje zou zijn. We moesten dus een verklaring vinden waarom uitgerekend de beenderen van mannetjes zo goed bewaard zijn gebleven,'' schrijven de onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Current Biology.
Al snel werd duidelijk dat vrijwel alle beenderen zijn gevonden in natuurlijke valkuilen, zoals rivieren en meertjes. De dieren kwamen vast te zitten in de modder en raakten ingevroren in de aarde. Daardoor bleven de mammoeten goed bewaard. De vrouwtjes stierven vaker op het land waardoor hun beenderen op een natuurlijke manier zijn vergaan.
Volgens de wetenschappers leefden de mammoeten net als de olifanten nu doen in grote kuddes, die vaak onder leiding staan van één ervaren vrouwtje. De jonge mannetjes trokken alleen de wijde wereld in en stapten zonder de kennis van de ervaren kuddeleidster nogal eens verkeerd.
De laatste mammoeten verdwenen ongeveer vierduizend jaar geleden doordat de dieren intensief werden bejaagd en het klimaat opwarmde.