De Amphicar is het enige succesvolle amfibievoertuig uit de autogeschiedenis. Een van de duizenden exemplaren uit de jaren ‘60 wordt in april geveild tijdens de Barrett-Jackson-veiling in Palm Beach in de VS.
Wanneer je met een auto het water inrijdt, schijnen je nekharen overeind te gaan staan, zo onnatuurlijk voelt het aan. De Duitse ingenieur Hans Trippel besloot een amfibievoertuig te ontwikkelen en dat model werd een succes, ook omdat de auto er niet uitzag als een boot die ook kon rijden.
Aangedreven door een 1,1-liter 4-cilinder motor die maar net 43 pk ontwikkelde, was de Amphicar in staat om op de weg te rijden met snelheden van 113 km/u en op het water te varen met een snelheid van zeven knopen. We weten niet zeker hoeveel van de bijna 4.000 mensen zowel hebben gereden als gevaren met de auto, maar zeker is wel dat de Amerikaanse president Lyndon B. Johnson het wel deed.
Om hem waterdicht te maken, was de Amphicar voorzien van dubbele afdichtingen, vier wielen en een algehele auto-achtige uitstraling. Wat het model echter onderscheidde van straatversies, was de hendel die erin zat, waarmee het motorvermogen kon worden omgeleid naar de dubbele propellers. De voorwielen werden gebruikt als roeren.
Van de kustwacht moest de Amphicar worden voorzien van navigatieverlichting en een vlag en ook kon gekozen worden voor een anker en peddels. Een hoosemmer schijnt ook een noodzakelijke accessoire te zijn, want helemaal waterdicht waren ze naar verluidt nooit. De te veilen auto uit 1965 is volledig gerestaureerd en wordt verkocht zonder minimumprijs. Een goede Amphicar brengt al snel 60.000 euro op.
Foto