De lockdown mag Nieuw-Zeeland dan wel coronavirusvrij gemaakt hebben, het dorpje Titirangi heeft er nu een nieuwe plaag bij: de wilde kippenpopulatie die de inwoners zo lang plaagde maar intussen weer onder controle was, is nu weer uit zijn voegen gebarsten.
Tijdens de lockdown waren er heel wat wilde dieren die de plots o zo rustige straten wilden verkennen, en dat leverde soms schattige beelden op. “Schattig” is niet hoe de inwoners van het Nieuw-Zeeuwse dorpje Titirangi, nabij Auckland, hun beestachtige lockdownbezoekers zouden noemen.
Het dorpje van 4.000 inwoners had sinds 2008 last van een groeiende populatie wilde kippen. Het probleem begon toen twee door een inwoner losgelaten gedomesticeerde kippen zich wild en vernielzuchtig begonnen te gedragen. Ze sloegen erin zich voort te planten en zo ontplofte de populatie tot wel 250 exemplaren in 2019. Volgens Greg Presland, lokaal bestuurder en verantwoordelijke voor het probleem, verdeelt de situatie het dorp. “Sommige inwoners vinden dat de kippen het dorp een charmant karakter geeft, andere vinden het ‘iets uit een film van Stephen King’”.
De kippen veroorzaakten heel wat overlast. “Ze hielden de inwoners wakker en richtten ravage aan, waardoor sommige inwoners ze echt begonnen te haten”, zegt Presland in The Guardian. Hij voegt eraan toe dat de beesten ook de wortels van een bedreigde inheemse boomsoort beschadigen. Het ergste kwam echter toen het achtergelaten eten voor de kippen ook ratten “zo groot als katten” begon aan te trekken.
De dorpsbewoners hadden er genoeg van en besloten de kippen door gemeentelijke aannemers te laten vangen. “Het was een moeilijke operatie”, aldus Presland. “De inwoners wilden de kippen weg, maar wilden ze geen pijn doen.” De gevangen kippen werden naar een boerderij gestuurd om er een vredevol leven te kunnen leiden. Uiteindelijk bleven er in maart, vlak voor de start van de lockdown, slechts twee kippen over, die te wild bleken om te gevangen te kunnen worden.
Wat niemand echter had durven vrezen, gebeurde opnieuw: de kippen vermenigvuldigden zich. “Een van de inwoners is zeer lief en heeft de kippen eten gegeven”, zegt Presland. “Bovendien zijn we ervan overtuigd dat er tot twee maal toe mensen hun kippen zijn komen dumpen in het dorp.” De inspanningen om de kippen opnieuw te vangen zullen nu verdubbeld moeten worden, hoewel sommige verbitterde inwoners al hebben gesuggereerd om ze in de plaats daarvan naar een slachthuis te sturen.