De grote dieselvrachtschepen krijgen een milieuvriendelijke concurrent. Zweedse scheepsbouwers willen in 2024 een 200 meter lang schip op wind lanceren.
Nadat vrachtschepen 100 jaar vooral door steenkool en diesel zijn aangedreven, keert het zeilschip terug in een nieuwe vorm. Zweedse ingenieurs ontwikkelen het grootste zeilschip ter wereld vanuit een nieuw concept, met zeilen die lijken op vijf enorme vliegtuigvleugels.
Onder de naam Oceanbird moet het schip al in 2024 te water gaan, om auto’s over de Atlantische Oceaan te vervoeren. Dat gebeurt nu met circa 450 schepen, die samen 40 ton diesel per dag verbruiken.
De Oceanbird zal in 12 dagen de oceaan oversteken. Dat is langzamer dan schepen op diesel, maar het klimaat krijgt wel 90 procent minder broeikasgassen te verwerken dan met een vergelijkbaar dieselschip.
Het windschip zal 32.000 ton wegen, wordt 200 meter lang en 40 meter breed. De zeilen worden telescopisch gebouwd en kunnen in en uit schuiven.
Op volledige hoogte verrijzen de zeilen 80 meter boven het dek en 100 meter boven het zeeoppervlak. Op zijn laagst is het schip in totaal slechts 45 meter hoog. Op die manier kan het schip bij zwaar weer de winddruk verminderen en is het mogelijk om onder bruggen door te varen.
Het schip is een project van het bedrijf Wallenius Marine, het adviesbureau SSPA en het KTH Royal Institute of Technology in Stockholm.
Volgens Wallenius Marine is de grootste uitdaging om de romp en zeilen als een aerodynamische eenheid te laten fungeren, die de optimale snelheid oplevert.
De zeilen worden opgebouwd uit staal en composietmaterialen en kunnen 360 graden om hun as draaien om de wind het beste te benutten. De topsnelheid is 10 knopen of circa 19 km/h.
Het schip krijgt een back-upmotor, mogelijk op accu’s. Die wordt alleen gebruikt als het schip in smalle wateren navigeert of een haven in of uit vaart.
Foto