Een werknemer van een verpakkingsbedrijf is op staande voet ontslagen, wegens het vermeend achterover drukken van koekjes uit de kantine. Volgens de rechter gaat dat veel te ver. De man krijgt zijn baan niet terug, maar wel duizenden euro's aan vergoedingen wegens onterecht ontslag.
De 55-jarige man werkte sinds 2001 als productiemedewerker bij het bedrijf, dat plastic verpakkingen voor de levensmiddelenindustrie maakt. Op een ochtend in mei 2019 stopte hij een aangebroken pak Merba chocoladekoekjes, dat voor gemeenschappelijk gebruik in de kantine lag, in zijn tas.
Toen de verdwijning van de koekjes uit de kantine werd ontdekt, werd de medewerker ter verantwoording geroepen. Daarbij erkende de man dat hij de koekjes in zijn tas had gestopt, maar ontkende dat hij ze mee naar huis had willen nemen. Naar eigen zeggen had hij de lekkernijen willen veiligstellen voor de middagploeg.
Tijdens een tweede gesprek later die ochtend met twee directeuren en een medewerker van personeelszaken werd hij beticht van diefstal. Daarbij gaf hij toe de koekjes te hebben willen meenemen. Later verklaarde hij dat hij dat had beweerd, omdat hij zich geïntimideerd voelde en met pauze wilde gaan.
Volgens de werkgever zou de man zich tijdens het verdere verloop van het gesprek agressief en dreigend hebben opgesteld. Zo zou hij een dreigende houding met een schaar in zijn zak hebben aangenomen.
Zelf zei de man dat hij de schaar niet had willen afgeven, omdat hij die nodig had voor zijn werk. Nog datzelfde gesprek werd de man op staande voet ontslagen.
De werknemer ging daarmee niet akkoord, en stapte naar de rechter. In de herfst van 2019 oordeelde de kantonrechter in Bergen op Zoom dat het ontslag terecht was, en dat de man geen recht had op ontslagvergoedingen.
De werknemer moest van de rechter zelfs een gefixeerde schadevergoeding van 4725 euro aan het bedrijf betalen, omdat hij aanleiding had gegeven voor zijn ontslag. Daarop ging de man in hoger beroep.
Mede op basis van aanvullende verklaringen kwam het Gerechtshof in Den Bosch tot een heel andere conclusie dan de kantonrechter. Volgens het Bossche hof doet het er niet toe of de werknemer de chocoladekoekjes voor zichzelf of de middagploeg had bestemd.
"Zelfs indien hij het pak koekjes zou hebben weggenomen om mee naar huis te nemen (…) dan vormt dat naar het oordeel van het hof in dit geval geen dringende reden voor een ontslag op staande voet."
Daarbij speelt een rol dat er elke week koekjes van een bedrijfsrelatie in de kantine werden gelegd, die door de werknemers konden worden opgegeten. Ook had het bedrijf, dat niet bij naam wordt genoemd in het vonnis, niet duidelijk gemaakt dat het wegnemen daarvan kon leiden tot ontslag. "De gang van zaken met betrekking tot de koekjes was op zijn minst onduidelijk", constateert het hof.
Ook had het hof begrip voor de boze reactie van de werknemer, toen de zaak door zijn werkgever hoog werd gespeeld. De rechters konden zich voorstellen dat de man zich geïntimideerd had gevoeld, en achten niet bewezen dat hij wilde dreigen met de schaar.
Volgens het hof werd de man onterecht op staande voet ontslagen, en heeft hij daarom recht op een reguliere ontslagvergoeding en een extra schadevergoeding van bijna 7000 euro. Ook haalden de rechters een streep door de schadevergoeding die hij het bedrijf schuldig zou zijn.
De ontslagvergoedingen vallen laag uit, omdat de man een WW-uitkering ontvangt. Bovendien denkt het hof dat hij uiteindelijk wel via een andere procedure ontslagen had kunnen worden, wegens een verstoorde werkverhouding.