Het Rijk heeft bij de aanleg van de grote zeesluizen bij IJmuiden en Terneuzen op geen enkele manier rekening gehouden met de klimaatdoelen van Parijs en rekent zich rijk met olie en kolen. Dat blijkt uit onderzoek van Platform Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer.
In de financiƫle onderbouwing van de Zeesluis Terneuzen, Zeesluis IJmuiden en de Tweede Maasvlakte wordt gerekend op de doorvoer van grote hoeveelheden kolen en olie tot 2040. Terwijl fossiele energie internationaal juist in de ban gaat omwille van het klimaat. Als de energietransitie slaagt hebben de bijna twee miljard euro kostende zeesluisprojecten niet veel zin gehad, luidt de conclusie.
Ook in de nieuwste plannen van het kabinet wordt nog gerekend op fossiele doorvoer. In de meest recente vervoersprognoses van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat blijft het vervoer van steenkolen en aardolie in grote hoeveelheden bestaan.
Het is allemaal niet uit te leggen, zegt Ad van Wijk, hoogleraar duurzame energiesystemen aan de TU Delft. "Dit rijmt helemaal niet met de Green Deal in Europa en met klimaatbeleid dat we in Nederland voor ogen hebben."
De Zeesluis IJmuiden, waarvan de bouw in 2016 begon en die begin dit jaar werd geopend, is de grootste zeesluis ter wereld en kostte 800 miljoen euro.
De kosten-batenanalyse die Rijkswaterstaat vooraf liet uitvoeren gaat uit van een stabiele stroom fossiele brandstoffen tussen 2020 en 2040, zonder welke de aanleg van de sluis niet rendabel zou zijn. De afgelopen twee jaar echter is de doorvoer door het Noordzeekanaal van kolen, olie en gas met bijna een kwart gedaald als gevolg van de energietransitie.
De Zeesluis Terneuzen in het havengebied van Gent en Terneuzen is een gezamenlijk project van Nederland en Vlaanderen, waarvan de bouw in 2017 begon en eind dit jaar klaar komt.
Kosten van de zeesluis: 934 miljoen euro, waarvan 190 miljoen euro voor rekening van Nederland is, en Vlaanderen de rest ophoest.
Het Centraal Planbureau (CPB) adviseerde drie jaar eerder al om bij de aanleg van nieuwe spoor- en vaarwegen een scenario door te rekenen waarin de opwarming van de aarde onder de twee graden zou blijven, maar dat is sindsdien bij geen enkel project gebeurd. Volgens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat had een extra analyse met het CPB-scenario bij recente investeringen "waarschijnlijk niet" tot andere inzichten geleid.
In een doorrekening van het CPB-scenario is het vervoer van kolen in 2050 75 procent lager dan tot nu toe verwacht, voor olie is het 40 procent lager. Dat heeft mogelijk grote gevolgen voor de haven van Rotterdam, waar ongeveer de helft van de inkomende goederen fossiele brandstoffen zijn. In de haven van Amsterdam is meer dan twee derde van de goederen fossiel.