Gekidnapt, gejat, foetsie: in Ewijk zijn tientallen kabouters spoorloos verdwenen.
Ze woonden met vele andere kabouters in het bos naast de kringloopwinkel. Daar werkt Josefien Gerritse en die had ze naar het bos gebracht. In de winkel is de massale verdwijning het gesprek van de dag.
"Er stonden er ongeveer 45", zegt Josefien in de kringloopwinkel tegen een klant, die nog van niks weet. "En nou staat denk ik de helft er nog. De rest is allemaal meegenomen." De verbazing is zichtbaar op het gezicht van de toehoorster.
Josefien gaat voor naar het bosje waar ze de kabouters samenbracht. Ze wijst naar plekken waar ook kabouters stonden, maar nu niet meer. "Jammer dat ze weg zijn. Er stonden er veel meer."
Ze kan natuurlijk niet eeuwig kabouters blijven bijplaatsen. "Op een gegeven moment houdt het op, hè?" Maar vooralsnog gaat ze niet bij de pakken neerzitten. "Ik geef niet op, nee", klinkt het vastbesloten.
Terug in de kringloopwinkel wordt een nieuw mannetje met puntmuts uit een kartonnen doos getoverd. Hij is klaar voor een plekje in het bos. "Hopen dat er dan nog iets staat van wat er nu staat", lacht Josefien als een boer met kiespijn.
Haar collega's in de kringloopwinkel balen ook van de gejatte kabouters. "Maar ja, dat is de tegenwoordige tijd. Daar zullen we mee moeten leren leven", zegt Wiel Bijmans.
Wie had dat gedacht: een kabouterkidnapper in Ewijk? "Ik weet niet wie het doet, maar ze zijn in ieder geval weg", zegt Wiel. Lachend voegt hij eraan toe: "En misschien zijn ze wel in het bos verdwenen, wie weet waar ze naartoe gegaan zijn."
Mocht u zelf nog een kaboutertje voor Josefien overhebben: ze zijn van harte welkom. "Laat alle kabouters maar deze kant op komen", zegt Josefien nog altijd enthousiast. "Daar zijn we heel blij mee. En een hoop kinderen ook, denk ik."