De elektrificatie van het Nederlandse (fiets- en) wagenpark begint een probleem te worden. Dat concludeert onderzoeksbureau Trend-RX in een rapport. Het aantal zware elektrische auto's op Nederlandse wegen neemt alleen maar toe, en daar kan een hoop mis mee gaan volgens onderzoeker Arno Onink.
De elektrificatie van het Nederlandse (fiets- en) wagenpark begint een probleem te worden. Dat concludeert onderzoeksbureau Trend-RX in een rapport. Het aantal zware elektrische auto's op Nederlandse wegen neemt alleen maar toe, en daar kan een hoop mis mee gaan volgens onderzoeker Arno Onink.
De elektrificatie van het Nederlandse (fiets- en) wagenpark begint een probleem te worden. Dat concludeert onderzoeksbureau Trend-RX in een rapport. Het aantal zware elektrische auto's op Nederlandse wegen neemt alleen maar toe, en daar kan een hoop mis mee gaan volgens onderzoeker Arno Onink.
Elektrische auto's worden aangedreven door een veelvoud aan accupakketten die in de auto gemonteerd zijn, waardoor er niet alleen sprake is van vlugge acceleratie, maar ook van een aanzienlijk hoger gewicht. En dat kan volgens Onink voor problemen zorgen, zeker gezien Nederland een van de dichtstbevolkte landen ter wereld is. 'Het is een probleem, omdat die karakteristieken niet bevorderend zijn voor de verkeersveiligheid', duidt hij. 'En vaak wordt vergeten dat elektrische auto's vaak breed zijn.'
Derhalve doen elektrische auto's het vaak slecht in stedelijke omgevingen, precies het soort omgeving dat Nederland juist rijk is. Volgens Onink zorgt die combinatie er voor dat er met elektrische auto's vaker schade rijden dan auto's met verbrandingsmotoren. 'Volgens de verzekeringswereld gaat de schadefrequentie (de hoeveelheid claims die worden ingediend in een bepaalde categorie, red.) omhoog', duidt hij. 'En als er een claim wordt ingediend, zijn de schades ook stukken duurder. Zowel herstel- als letselschade.'
Met name het toegenomen gewicht van elektrische auto's speelt een grote rol, aldus Onink. Een elektrische auto is gemiddeld genomen zo'n 600 kilo zwaarder dan het verbrandingsequivalent, wat volgens het Belgische instituut voor verkeersveiligheid VIAS zorgt voor een toename van 50 procent als het gaat om potentiële dodelijke verwondingen bij zwakke verkeersdeelnemers. 'Dat gaat dus om voetgangers, fietsers en motorrijders', vervolgt Onink. 'Daar was ik redelijk van geshockeerd.'
Een ongeluk met een auto die gemiddeld 500 kilo meer weegt, zorgt namelijk voor een grotere impact, waarmee een dodelijk ongeluk dus twee keer zo vaak voorkomt. 'Eerder deden we daar onderzoek naar, en toen bestond er twijfel of het uitmaakte of je door een auto van 2.000 kilo of door een auto van 2.300 kilo zou worden aangereden', geeft hij een voorbeeld. 'En hoewel je geneigd bent om te zeggen dat het niet uitmaakt, kies ik altijd voor de lichtere optie.'
De problematiek zal zich echter minder voordoen bij de echt zware auto's. Juist bij de A-segmenters, zoals de (elektrische) Fiat 500, zitten de grootste verschillen. 'In Nederland hebben we een hoop van die kleine elektrische auto's', aldus Onink. 'Het verschil bij de Fiat 500 is dik 400 kilo. Dat procentuele gewicht - in combinatie met een veel hogere acceleratie - heeft een enorme impact.'
Zeker gezien het feit dat elektrische equivalenten van stadsauto's dankzij de elektrische aandrijflijn gemiddeld zo'n 22 procent sneller accelereren. Dat betekent dat er gemiddeld twee seconden minder tijd is om te reageren op een onverwachte gebeurtenis. 'En als je dan toch iets raakt, doe je dat met een enorme massa. Hoe groter het verschil in massa, hoe groter de schade.'