Bedrijven die het aandurven om hun schepen vanuit Rusland door de Zwarte Zee te laten varen, moeten een hogere oorlogspremie betalen. Dat hebben verzekeraars laten weten aan charterbedrijven. Sinds de inval van Rusland in Oekraïne bestaat zo'n oorlogspremie, om eventuele schade door de oorlog te kunnen dekken in de scheepvaart.
De premie is de afgelopen tijd met gestegen van 1 procent van de waarde van de goederenvracht, tot wel 1,20 procent en 1,25 procent. Absoluut betekent dat een stijging van maar liefst 200.000 dollar voor een reis van Rusland naar India, met een gemiddelde tanker die 120.000 tot 200.000 ton aan olie kan vervoeren. In totaal kost een oorlogspremie voor een schip dan bijna een miljoen dollar per reis.
De stijging van de premie is met name te wijten aan de grotere intensiteit van de oorlog op de Zwarte Zee. Oekraïne heeft de afgelopen periode meerdere aanvallen uitgevoerd op de Russische marine in het gebied. Aan de andere kant valt Rusland geregeld Oekraïense havens aan waaruit goederen worden geëxporteerd.
De stijging van de premie gaat specifiek om goederenvervoerders die vanuit Russische havens in de Zwarte Zee varen. Dit zal mogelijk ook een effect hebben op de inkomsten van Rusland. Het land kampt namelijk al met hoge kosten voor onder andere de olie-export en andere goederen. Daarnaast vindt het land in het Westen geen afzetmarkt meer voor veel goederen.
Op het hoogtepunt van de Russische sanctiecrisis betaalden Russische bedrijven wel 20 miljoen dollar per tanker aan verzekerings-, verzend- en vrachtkosten, wat neerkomt op meer dan een derde van de waarde van elke vracht.