Op een speeldag van het Nederlands elftal, op een EK of WK, én de dag erna overlijden meer mensen dan op niet speeldagen. Dat blijkt uit onderzoek van www.uitvaartland.nl op basis van CBS data. Uitvaartland vergeleek verschillende spannende wedstrijden van het Nederlands elftal in de periode vanaf 2004 tot heden.
Voor het onderzoek heeft uitvaartland gekeken naar de 10 spannendste wedstrijden van het Nederlands elftal op EK’s en WK’s. Hieruit blijkt dat er gemiddeld 6,8% meer Nederlanders overlijden op en na de wedstrijddag ten opzichte van de dag ervoor. In 2016 en 2018 plaatste Nederland zich niet en ook de jaren tijdens het coronavirus zijn buiten beschouwing gelaten.
Andere studies tonen soortgelijk beeld
Eerder onderzoek van epidemiologen van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) toont een soortgelijk beeld. Hieruit bleek dat het aantal sterfgevallen onder mannen door een hartinfarct of een hersenbloeding veertien keer hoger was dan normaal. Dit betrof de dag dat het Nederlands elftal werd uitgeschakeld in de kwartfinale tegen Frankrijk in 1996.
In een Duitse studie uit 2021 zagen onderzoekers dat kijken naar het FIFA WK 2014 een prikkel was voor hartinfarcten. Het aantal Duitsers dat met een hartinfarct in het ziekenhuis belandde, lag toen 3,7% hoger dan tijdens de vergelijkingsperiode in 2015.
In het verleden zijn er ook meerdere studies geweest naar het effect van penaltyseries tijdens voetbalwedstrijden. Toen Engeland in 1998 na een strafschoppenserie verloor van Argentinië, steeg het aantal sterfgevallen door hartproblemen met 25 procent. Zowel op de speeldag als de dag erna. Daarnaast nam het aantal ziekenhuisopnames wegens hartklachten met een kwart toe.
Op 22 juni 1996 verloor het Nederlandse elftal de kwartfinale van het EK tegen Frankrijk na strafschoppen. De Utrechtse epidemiologen vergeleken het aantal sterfgevallen onder de Nederlandse bevolking ouder dan 45 jaar in de maanden juni van 1995, 1996 en 1997. Hieruit bleek dat er op 22 juni 1996 onder mannen significant meer sterfgevallen waren dan normaal: 173. Bij vrouwen waren er geen opvallende verschillen.