In twee Vietnamese dierentuinen zijn bijna 50 tijgers en drie leeuwen gestorven aan de vogelgriep. De dieren raakten besmet in augustus en september, in dierentuinen in Ho Chi Minh-stad. Een specialistisch team vernietigt de kadavers.
Ruim dertig dierentuinmedewerkers hebben tijdens hun werk contact gehad met de dieren, maar zij zouden geen gezondheidsklachten hebben gemeld.
Volgens lokale media proberen Vietnamese gezondheidsautoriteiten te voorkomen dat het virus zich verder verspreidt. De dierentuinen zijn deels afgesloten voor bezoekers en de andere dieren zijn geïsoleerd.
Volgens dierenrechtenactivisten is de uitbraak alarmerend. Zij noemen het toenemende aantal vogelgriepgevallen een tragisch gevolg van het gevangen houden van dieren. Dierenrechtenorganisatie Peta (People for the Ethical Treatment of Animals) benadrukt dat "als de gezondheid van dieren in het geding is, mensen ook in gevaar komen".
Door het H5N1-virus ofwel de vogelgriep sterven vaak vogels, maar ook steeds vaker zoogdieren. Een infectie bij mensen kan ernstige gevolgen hebben, maar dat is relatief zeldzaam.
In de VS raakten de afgelopen jaren een aantal mensen besmet met het virus. De meesten hadden vanwege hun werk intensief contact met dieren. Finland vaccineerde als eerste land mensen uit voorzorg tegen de vogelgriep.