"Een priester moet niet alleen een standvastig, religieus leven leiden, maar moet ook psychologisch stabiel zijn", aldus het Vaticaan en daarom wil de katholieke kerk in de toekomst aankomende priesters onderwerpen aan psychologische testen. Dit houdt voor de toekomst in dat toekomstige priester gescreend kunnen worden door psychologen om te kijken of ze stabiel genoeg zijn om het ambt van priester te kunnen dragen. Het rapport stelt wel nadrukkelijk vast dat de psychologische test op vrijwillige basis uitgevoerd moet worden en dat lang niet alle priesterkandidaten er voor in aanmerking zullen komen. Het zal vooral gaan om zogenaamde ‘twijfelgevallen’ of mensen met ‘bagage’.
Het doel van deze handleiding is tweeledig. Ten eerste wil de kerk zo priesters afleveren die het vak voor de volle 100 procent aankunnen: een priester die zijn taken goed kan uitvoeren en een voorbeeld is voor de parochie. Daarnaast wil de kerk narigheden, zoals die gebeurd zijn in het verleden, voorkomen. Er wordt dan vooral gedoeld op het seksuele misbruik van kinderen.
"In maar al te veel gevallen komen psychologische defecten, soms van pathologische aard, pas aan het licht na de priesterwijding. Het eerder ontdekken van defecten zou veel tragische ervaringen helpen voorkomen," aldus het rapport.
Het rapport heeft nu al veel kritiek gekregen omdat met de screening ook homoseksuelen van het ambt geweerd zullen worden. In het rapport wordt namelijk beschreven dat kandidaten met diepgewortelde homoseksuele neigingen of met een onzekere seksuele identiteit niet welkom zijn. Hiermee sluit het rapport aan op een in 2005 gepubliceerde instructie waarin ook staat dat homoseksuelen niet tot een seminarieopleiding toegelaten mogen worden.
De kerk heeft moeite met het vinden van genoeg priesters, vooral in het Westen, waar steeds minder mannen gehoor geven aan een roeping tot het priesterschap. Maar volgens paus Benedictus XVI is het belangrijker om goede priesters te hebben dan heel veel priesters.