Minister Piet Hein Donner (Sociale Zaken) heeft vrijdag tijdens de ministerraad met een 1 aprilgrap een aantal collega's bij de neus genomen.
De CDA-bewindsman wees hen erop dat een aantal ministers regelmatig 's nachts werkt en dat de Arbeidsinspectie bestuurlijke boetes dreigde op te leggen. Hij deed daarom een voorstel om de werk- en rusttijden van ministers en staatssecretarissen te regelen, aldus een woordvoerder van Donner woensdag na een bericht in De Telegraaf.
Volgens Donner zouden ministers en staatssecretarissen maximaal zeven dagen per week 24 uur per dag mogen werken. De lange werkdagen zouden wel op andere momenten gecompenseerd moeten worden. Gemiddeld genomen zouden bewindspersonen tussen twee verkiezingen in niet meer dan 48 uur per week mogen werken. Zo zouden bepaalde momenten tijdens debatten in de Tweede Kamer als rusttijd aangemerkt kunnen worden.
Een aantal bewindspersonen ging serieus op het voorstel in. Ook tijdens voorbereidende gesprekken binnen het CDA. Maar de zegsman wil niet zeggen wie dat waren.
Donner kwam met zijn voorstel in reactie op de discussie binnen het kabinet over de werk- en rusttijden van chauffeurs van de bewindspersonen. Een voorstel hierover is wel vier of vijf keer besproken in de ministerraad, omdat enerzijds de werkdagen ingeperkt moesten worden en anderzijds bewindspersonen wel graag zoveel mogelijk met hun vaste chauffeur willen werken.
De woordvoerder van de minister wil niet zeggen welke bewindslieden er in zijn getrapt. Vice-premier en minister van Financiën Wouter Bos had de grap wel door en stelde voor te onderzoeken of het wekelijks tv-gesprek van de premier ook als rusttijd moest gaan gelden, evenals het vervoer per fiets. Van Donner is bekend dat hij vrijwel altijd per fiets naar de ministerraad komt.
De grap staat in de officiële notulen van de ministerraad. Daarin valt onder andere te lezen dat de ministerraad met een glimlach kennis heeft genomen van Donners voorstel.