Alle dieren hebben een bepaald slaap- en waakritme. Alleen de mens kan kiezen om een vroege vogel dan wel een nachtbraker te zijn. En juist die keus blijkt veel te zeggen over je IQ.
Volgens recent onderzoek is dit een evolutionair nieuwtje. Dat is inmiddels zelfs meetbaar. Het blijkt dat mensen die later gaan slapen een hoger IQ hebben. Zij slapen dan wel iets langer in de ochtend.
De slimste mensen uit de studie gaan doordeweeks gemiddeld om 0:29 slapen en staan om 7:52 op. De mensen met het laagste IQ zoeken om 23:41 hun bed op en staan er om 7:20 alweer naast.
In het weekend slapen de mensen met het hoogste IQ gemiddeld van 01:44 tot 11:07 en die met het laagste IQ van 0:35 tot 10:09.
Het gaat dus niet om de hoeveelheid uren die je slaapt, want die is tussen alle groepen ongeveer gelijk. Alleen de tijd dat je wakker bent en door niemand wordt gestoord in de ontwikkeling van je gedachten zegt iets uit over je IQ.
De primitieve mens was voornamelijk overdag actief, aangezien mensen in het donker niet kunnen zien en slachtoffer kunnen worden van roofdieren. Maar hoe beschaafder wij werden, hoe meer we ons konden veroorloven om ook 's nachts nuttige dingen te doen.
Van dat voordeel maakte niet iedereen gebruik. Maar de onderzoekers denken dat de mensen die juist de kleine uurtjes benutten, zich geestelijk beter konden ontwikkelen dan de anderen. De tijd waarin alle anderen slapen, konden deze mensen namelijk gebruiken voor zelfreflectie of het oplossen van moeilijke problemen. Zij waren nieuwsgieriger en avontuurlijker dan hun medemensen.