Prehistorische mensen die 30.000 jaar geleden in Europa leefden, voerden hun honden waarschijnlijk al specifiek vlees, zo blijkt uit nieuw wetenschappelijk onderzoek.
De mensen die tijdens de zogenoemde Gravattiencultuur in Europa leefden, voedden zichzelf met grote hoeveelheden mammoetvlees.
Maar de honden die in hun buurt leefden, kregen alleen vlees van rendieren te eten.
De nieuwe bevinding suggereert dat de prehistorische mensen al een grote mate van controle hadden over hun honden, zo melden Duitse onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Quaternary International.
De wetenschappers kwamen tot hun bevindingen door een groot aantal skeletten te onderzoeken, die zijn gevonden op een archeologische vindplaats nabij de Tsjechische stad Brno.
Het ging om de botten van mensen, honden en wilde dieren zoals beren en wolven.
De onderzoekers analyseerden specifieke isotopen van koolstof en stikstof in de beenderen. Deze chemische elementen in botmateriaal kunnen het dieet verraden van mensen en dieren.
Uit het onderzoek blijkt dat de prehistorische mensen vermoedelijk veel vlees van mammoeten aten. Ook in de botten van de wilde dieren werden sporen van een mammoetdieet aangetroffen. Maar opvallend genoeg leefden de honden op een dieet van rendieren.
Volgens hoofdonderzoeker Hervé Bocherens werden de dieren vermoedelijk gevoed met voedsel waar de mensen hun neus voor ophaalden. Daaruit blijkt dat de viervoeters voor hun voeding al grotendeels afhankelijk waren van mensen.
De bevindingen vertonen overeenkomsten met de manier waarop primitieve stammen in deze tijd omgaan met honden.
“Als je traditionele volken in noordelijke regio’s bezoekt, zie je ook dat ze het vlees dat ze niet zo lekker vinden aan de honden voeren”, aldus Bocherens op de nieuwssite van Tübingen.