De motorclubs Black Sheep en Veterans eisen dat overheidsdiensten als politie en justitie stoppen met met het ,,ongefundeerd” plakken van criminele etiketten op hun organisaties. Leden van de Veterans zijn (oud-)militairen die allemaal in het buitenland hebben gediend.
De clubs willen dat de aantasting van hun imago echt stopt. ,,Vanaf nu worden alle juridische procedures ingezet om dit tegen te gaan”, benadrukt hun advocaat Michael Ruperti. Beide motorclubs hebben inmiddels onafhankelijk van elkaar juridische acties in gang gezet.
Ze onderstrepen niet crimineel te zijn. Politie, justitie en ook de opgestapte minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) hebben beide motorclubs hiervan wel openlijk beschuldigd. ,,Uitlatingen en berichtgeving hierover van de overheid ontberen elke feitelijke en juridische grondslag”, stelt Ruperti. ,,Door het moedwillig stigmatiseren zijn hun eer en goede naam onherstelbaar beschadigd.”
Black Sheep heeft maandag de Tweede Kamer verzocht opdracht te geven om Opstelten, toen overigens nog minister, als individuele functionaris te vervolgen voor laster en smaad. De Veterans deden dat vorig jaar mei al. De Hoge Raad buigt zich naar verwachting in mei over deze procedure. Het opstappen van Opstelten brengt daar volgens Ruperti geen verandering in.
Verder sommeert Black Sheep de ministers van Veiligheid en Justitie en Binnenlandse Zaken en korpschef Gerard Bouman van de Nationale Politie om hun club niet meer te bestempelen als Outlaw Motorcycle Gang. Daarmee mag de landelijke aanpak van deze motorbendes zich niet meer tegen de Black Sheep richten, aldus Ruperti.
De club heeft vorige maand ook aangifte gedaan tegen de politie wegens laster en smaad. De politie plaatste volgens Ruperti na een inval in het clubhuis een bericht op haar website dat leden van de Black Sheep op grote schaal betrokken waren bij criminele activiteiten, onder meer op het gebied van wapens en drugs. Dat terwijl er niets was gevonden. Ook is tegen politie en justitie een klacht ingediend voor de ‘onterechte inval’ in het clubhuis in Ede.