Een nieuwe generatie drones leert haar zicht gebruiken, net zoals bijen en parkieten dat doen. Dat maakt radar en GPS overbodig.
Drones kunnen nog heel wat leren van de dieren waarmee ze het luchtruim delen. Australische onderzoekers bekijken met hogesnelheidscamera’s hoe bijen en vogels hun zicht gebruiken als ze hindernissen vermijden, door smalle openingen vliegen of hun hoogte controleren. Met die kennis willen ze drones dezelfde manoeuvres laten uitvoeren, zonder een radar, GPS of menselijke hulp. Mandyam Srinivasan, visueel neurowetenschapper aan de Universiteit van Queensland, blikt vooruit: ‘Drones die dat kunnen, zijn ongelooflijk nuttig als bewaking, bij reddingsoperaties en zelfs om andere planeten te verkennen’
Hetzelfde team ontdekte eerder hoe parkieten hun zicht gebruiken om hun vliegsnelheid aan te passen. De vogels vlogen door koker waarin een bewegende omgeving nagebootst werd. Als de omgeving in dezelfde richting verschoof als de vliegrichting van de parkiet, dan leek het of die trager vloog. Het dier paste dan meteen zijn snelheid aan. Volgens Mandyam Srinivasan is het nuttig om naast bijen ook vogels te observeren. ‘De huidige generatie biologisch-geïnspireerde drones is gebaseerd op het zicht van insecten. Dat is nuttig voor helikopterachtige toestellen, drones met vliegtuigvleugels vliegen meer zoals vogels.'