Weinig reactievermogen, onvoldoende anticiperend gedrag en veel fouten. Volgens onderzoek van Charles Musselwhite zijn dit soort voordelen over oudere bestuurders niet altijd terecht.
Musselwhite, werkzaam bij Swansea University, onderzocht het rijgedrag van verschillende leeftijdsgroepen. Jongeren (17-21 jaar) zijn het vaakst betrokken bij ongevallen: drie tot vier keer vaker dan ouderen. Chauffeurs op leeftijd maken alleen meer fouten als ze onder druk komen te staan en minder tijd krijgen om beslissingen te nemen. We moeten ouderen dan ook niet opjutten in het verkeer, meent Musselwhite.
Dat ouderen soms langzaam rijden, is volgens de onderzoeker logisch. De cognitieve vaardigheden van ouderen nemen af. Zo vinden ze het lastiger in te schatten hoe hard andere weggebruikers rijden en neemt de snelheid waarmee ze beslissingen nemen ook af. “Ouderen kunnen dan ook beter de weg op gaan als het wat rustiger op straat is”, zegt Musselwhite.
De onderzoeker keek ook naar hoe verschillende landen de verkeersveiligheid van ouderen proberen te beschermen. Er blijkt geen verschil te zijn tussen Europese landen waarin wel of geen rijvaardigheidstest op leeftijd moet worden gedaan. Zo’n test lijkt Musselwhite nutteloos. Een leeftijdskeuring, zoals in Nederland bij 75 jaar en ouder, raadt hij wel aan.