(1) Ik ben te dronken om naar mijn werk te kunnen rijden.
(2) Ik heb per ongeluk mijn sleutels doorgespoeld.
(3) Ik heb geholpen bij een bevalling op weg naar mijn werk.
(4) Ik ben per ongeluk dwars door de automatische garagedeur heen gereden voordat die open ging.
(5) De slang van mijn vriend is uit zijn kooi ontsnapt en ik durf de slaapkamer niet uit voordat hij weer thuis is.

(7) God heeft me niet gewekt. (De medewerkster geloofde niet in wekkers en dacht dat een hogere macht haar wel wakker zou maken wanneer ze er klaar voor zou zijn.)
(

(9) De spoken in mijn huis hebben me de hele nacht wakker gehouden.
(10) Ik was vergeten dat ik vandaag zou gaan trouwen.
(11) Mijn koe heeft me gebeten.
(12) Mijn zoon is per ongeluk in slaap gevallen naast de natte cement in onze tuin. Zijn voet viel erin en nu krijgen we die er niet meer uit.
(13) Ik liep onderweg te kijken naar wegwerkzaamheden en viel toen zelf in een gat.
(14) Ik was mijn hond aan het uitlaten, gleed uit over een kikker en bezeerde mijn rug.
(15) Mijn voordeurslot is geblokkeerd en nu kan ik er niet meer uit.