Dierenambulance 2 | |
01-05-23 07:11:25 | allone Oudgediende WMRindex: 52.006 OTindex: 93.469 |
Kat in t bakkie | |
04-05-23 13:05:27 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
24: Gestalde kat 24.1: Gevangen kat #2 Alweer een andere dag. Ik heb net het ontbijt door de hals als er een appje binnenkomt. Of ik een TNR kat zou willen ophalen op exact hetzelfde adres als drie dagen terug, 23.5: Gevangen kat #1. Een dag later, eergisteren, heb ik de bijbehorende kooi geretourneerd. Mevrouw had aangegeven dat er nog een paar in de buurt zwierven. Dat komt vaker voor. Een clubje katten die voor overlast zorgen. Vooral in deze tijd van het jaar, het voorjaar, zijn de vocale aspiraties van deze dieren niet door eenieder te waarderen. TNR staat voor de Engelse uitdrukking “Trap – Neuter – Return”. Dit houdt in dat verwilderde katten worden gevangen (to trap), dan gesteriliseerd of gecastreerd (to neuter) en vervolgens weer worden vrijgelaten (to return). Dit volgens het principe dat er geen gezonde dieren worden afgemaakt. Daarnaast krijgen de dieren een chip en een knipje in het linkeroor, zodat ze in het vervolg kunnen worden herkend als “behandelde” katten. Die hoeven niet nog een keer. Ik bel op om te laten weten dat ik eraan kom en hoe laat ik er zal zijn. Alles prima. Als ik aankom staat de buurvrouw, die ik de vorige keer ook gesproken heb, me al op te wachten. Buurvrouw gaat mevrouw waarschuwen. Maakt mij niet uit. Ik hoef alleen maar de kooi met kat op te halen. De gevangen kat is een witte dit keer. Volgens mevrouw een wilde, die aardig tekeer was gegaan toen ze was gevangen. Maakt niet uit, uit voorzorg houd ik de katten toch al in de kooi. Een kat kan nog zo rustig in de kooi zitten, als het een wilde is dan hou je hem niet. Maar als ik het dier even bekijk blijft ze rustig. Al zitten er wel plukken haar hier en daar, teken dat mevrouw wel degelijk gelijk had met dat tekeer gaan. Ik beloof dat de kooi weer terugkomt voor de volgende en ga op weg richting asiel om de kat af te leveren. Op het asiel aangekomen is iedereen druk bezig, maar als ik vraag waar ik de kat kan afleveren komt net een van de vrijwilligers voorbij die de kooi met kat van me overneemt. Ik loop gelijk mee om de kooi als deze weer leeg is in ontvangst te nemen. Samen proberen we de kat over te zetten. Dat is nog niet zo eenvoudig. Ten eerste is dit model vangkooi niet zo makkelijk voor dit soort operaties, ten tweede werkt de kat niet mee. Een kat zit normaal liever in het donker. Truc is dan ook om de plek waar je het beest heen wil hebben af te dekken. Dan loopt ‘ie vanzelf. In dit geval niet. Beest was nog eigenwijzer dan gebruikelijk voor katten. Maar met een beetje porren ging ‘ie toch, heel kalmpjes aan. Ik neem de kooi weer mee, doe de administratie en dat was ook weer klaar. | |
05-05-23 12:15:44 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
24.2: Een dikzak in een stal In de loop van de avond komt de volgende melding binnen. Ik ben net bezig met mijn laatste bak koffie. Iemand heeft een mogelijk gewonde kat gevonden en opgesloten in de stal. Aan de ene kant is dat makkelijk. Je hoeft niet op zoek naar dat beest. Aan de andere kant, hoe makkelijk is het beest te hanteren? Gewond en opgesloten op onbekend terrein? Ik ga onderweg. Het blijkt een oud boerderijtje middenin de stad, compleet ingesloten door een nieuwbouwwijk, zodanig dat het een min of meer gewoon huis geworden is, met een oud stalgebouw als schuur. De melder ziet me al aankomen als ik voorbij rijd op zoek naar een parkeerplekje. Hij komt me op de oprit tegemoet. Hij gaat me voor naar de schuur annex stal. Ondertussen verteld hij me van het gebeurde. In het kort bleek dat de kat achter het huis zat. Daar werd hij door de beide honden van de melder opgejaagd. Door het tumult ging de melder kijken en wist het beest de schuur in te jagen. Honden bleven buiten. In de schuur verstopte de kat zich achter een stapeltje platen plywood (platen triplex of multiplex van meestal 1,2 x 2,4 meter). Vanachter deze stapel wist de melder het beest met een schepnet te fixeren. Omdat het beest, begrijpelijk, nogal te keer ging had melder er een mand met daarop een gewicht overheen gezet. Dat was de situatie die ik aantrof. Hoe haal je een geagiteerde kat vanonder een mandje uit een schepnet? Uit voorzorg had ik speciale handschoenen, een transportbox en de chiplezer mee uit de bus genomen. Box en lezer zijn standaard en de handschoenen leken me gezien de voorgeschiedenis wel een goed idee. Dat bleek. Toen ik de mand aan een kant optilde en er met de gehandschoende hand onder ging om het dier te grijpen werd het beest er niet bepaald vrolijk van. Blazen, krabben en verweren. Logisch, dat zou ik ook doen als ik die kat was. Maar toen ik hem eenmaal goed in het nekvel had werd ‘ie al wat rustiger. Ik kon hem met één hand in bedwang houden en met de andere de chiplezer in de nek leggen. Contact. Nummer gevonden. Melder noteerde het nummer dat ik van de lezer kon aflezen. Kat in de transportbox. Het was een fors beest, ik vermoed een Maine Coon, die bekend staan om hun stevige afmetingen. Maar ik kan me vergissen. Ik ben niet echt bekend met de diverse kattenrassen en het was flink schemerig in die schuur. Nummer van de lezer intikken in chipnummer.nl. Daarmee controleer je een hele batterij databases waar zo’n dier geregistreerd zou kunnen zijn. Geen enkele daarvan gaf contact. Wel een chip maar geen registratie. Dat schiet op. Oké, dan maar plan B. Beest meenemen naar het asiel, dan kunnen ze het daar verder uitzoeken. Ik vertel de melder wat ik ga doen. In ieder geval lijkt het met een eventuele verwonding wel mee te vallen. Eerlijk gezegd heb ik niet de indruk dat er sprake is van een verwonding. In ieder geval lijkt het me niet nodig om op stel en sprong een dierenarts te bezoeken. Het beest is daar véél te levendig voor. Ik neem afscheid van de melder en vertrek richting asiel. Ondertussen nog even de vangkooi afleveren die ik zou terugbrengen na de episode met 24.1: gevangen kat #2. Kort na elf uur ‘s avonds ben ik weer thuis. De andere dag krijg ik een appje van het asiel dat het beest was uitgerust met een halsband met kokertje met daarin een telefoonnummer. Totaal over het hoofd gezien door de schemer in die schuur en de enorme haardos van het beest. Oeps. | |
06-05-23 11:15:59 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
24.3: Gemiste kat gevonden Weer een nieuwe dag. In de loop van de avond ben ik onderweg samen met de collega vanwege de buswissel. Het is tussen half zeven en zeven in de avond. De telefoon tingelt ten teken dat er een appje binnenkomt. Ik pak de telefoon. Collega rijdt en ik zit er naast. Er is een kaartje met speld binnengekomen ten teken dat er ergens iets aan het handje is. Direct komen ook twee foto’s binnen. Die laten een dode kat in het gras zien, naast een sloot en een sluisje. Dat kaartje lijkt wel heel erg sterk op de route die wij momenteel rijden. Daar komen we vlak langs. Dan gaat de telefoon. Collega neemt op via de handsfree. Centrale. Het blijkt inderdaad om een dode kat te gaan die aan de kant van de provinciale weg ligt, op de route die we rijden. Ik programmeer Google Maps zodat we de speld op de navigator krijgen. Dat gaat met een paar tikken. Dan zegt collega: “Volgens mij ben ik eergisteren ook al op zoek naar dat beest geweest. Kleur van de kat klopt en de naam van de weg ook. Alleen zat ik veel dichter in de richting van de grote stad. Maar ook daar was sprake van een sluisje en ook een bushalte”. Collega duidt mij in het voorbijrijden waar hij tevergeefs naar een dode kat had gezocht. Inderdaad meerdere honderden meters van de plek waar we nu naar onderweg zijn. Maar ja, er zijn langs die weg meer sluisjes. De weg vormt een dijk langs een polder. En bushaltes zijn er ook een stuk of wat. Collega draait bij de eerste gelegenheid de ventweg op. Daar sta je veiliger dan aan een provinciale weg waar ze met tachtig en soms meer komen langssjezen. We rijden door tot aan de speld. Vrijwel exact op de plaats van de speld is er inderdaad een sluisje te zien. Als we langszij komen ligt er inderdaad een dode kat in het gras. Bus gestopt. Ik pak de chiplezer en collega haalt het kratje voor de dode dieren uit de bus. Het dier blijkt niet gechipt. Ik maak foto’s voor de sociale media en de vermiste dieren site’s. De kans is klein dat er iemand om komt, maar we bewaren dode dieren hoe dan ook gedurende veertien dagen. Als iemand zijn of haar dier herkent kan het opgehaald worden op het asiel. Met de dode kat aan boord rijden we verder naar het huis van de collega. Daar neem ik de bus over en rijdt verder naar het asiel om de dode kat af te leveren. Daar blijkt de opslag voor de dode dieren mudvol te zitten. Met een beetje herschikken weet ik voldoende ruimte te creëren voor dit exemplaar. Overmorgen maar eens kijken of dieren die er al langer dan veertien dagen in liggen uit verwijderd kunnen worden. Morgen, zondag, gaat niet want dan is de instantie waar we de dieren heenbrengen gesloten. | |
08-05-23 09:45:49 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
24.4: IJzeren zwaan Laat in de middag, even na vieren, krijg ik de volgende melding. Er zit een zwaan verstrikt in stuk ijzerdraad en doet verwoede pogingen zich daaruit te bevrijden. Zo’n soort melding, als je die kunt oplossen, daar doe je het voor. Beest in nood, gaan met die banaan. Ik bel de melder met de verwachte aankomsttijd en spring in de bus en rijd naar het opgegeven adres. Nog niet eens halverwege gaat de telefoon. De zwaan in kwestie heeft zichzelf weten te bevrijden en zwemt nu met zijn vermoedelijke eega rustig in de sloot. De melder is helder en duidelijk. Maar door zijn beschrijving ben ik er toch niet helemaal gerust op. Voor hetzelfde geld heeft het beest door dat ijzerdraad een verwonding opgelopen. Door de telefoon is het lastig beoordelen. Ik vertel de melder dat ik toch nog even kom kijken, ben nou toch onderweg. Het adres is in een aparte wijk aan de noordkant, met veel slootjes tussen de huizen. Ik ben er al eens een keer eerder geweest voor een waterhoentje. Dat was 11.1: Geamputeerd waterhoen. Nu dus een zwaan. Als ik aan kom rijden is het even zoeken naar een plekje. Alle geschikte plaatsen zijn bezet. Maar zo’n vijftig meter verderop is er een parkeergelegenheid voor algemeen gebruik en daar is nog wat vrij. Ik pak het grote schepnet en de multitool uit de bus. De multitool is een handig stukje gereedschap waar je onder andere draad mee kunt buigen en knippen. Als ik daar mee bezig ben staat de melder aan het eind van de straat al op me te wachten. Die zag me voorbijrijden. Als die zwaan nog hier of daar een stukje draad heeft zitten kan zo’n multitool best handig zijn. Ik maak kennis met de melder en zwaai even naar twee vrouwen die belangstellend staan toe te kijken. Melder gaat me voor over een veldje richting de sloot. De zwaan zit aan de overkant. Daar is ‘ie driftig bezig te poetsen en te doen. Van die afstand, de sloot is niet zo breed, zie ik geen ongerechtigheden. Bovendien beweegt het dier heel normaal. Conclusie: hij is vrij van de draad, die volgens de melder in het water gevallen en gezonken is. Bovendien, als er een verwonding is dan is het niet zo ernstig. Als ik met mijn net naar de overkant loop om het dier te vangen richt ik waarschijnlijk meer schade aan dan het nu heeft. Ik praat nog even met de melder, vouw mijn net weer in en neem afscheid. Terug in de bus meld ik één en ander aan de centrale en ga weer op huis aan. | |
09-05-23 15:09:48 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
24.5: Aan de kant De volgende ochtend komt er een bericht binnen over een dode kat die aan de kant van een doorgaande provinciale weg is gevonden. Er is een kaartje met speld bijgevoegd. Langs datzelfde stuk weg heb ik al verscheidene malen een dode kat uit de berm gevist. Aan de ene kant van die dijk is een woonwijk, aan de andere kant weiland en wat ruigte. Als katten in die ruigte willen gaan sneupen moeten ze de weg over en het is een drukke weg. Melder is een plaatselijke dierenarts en had aangegeven dat er geen haast bij was. Maar ik heb verder toch niets te doen en ga onderweg. Het is aan mijn kant van de rivier en daarmee een stukje korter rijden dan meestal. Als ik op de plaats van de speld aankom loer ik naar een dode kat. Niets te zien. Ik zet de bus neer op de eerstvolgende geschikte gelegenheid, de oprit naar een weiland, en loop terug richting speld. Plastic zak om de kat in te doen en de chiplezer in de aanslag. Ik loop door tot aan een rotonde waarvan in de melding sprake was. Geen kat te zien. Ik steek over en loop aan de andere kant van de weg door de berm weer terug richting bus. Weer niets. Zou kunnen dat de speld verkeerd staat. In de beschrijving van de melder was sprake van een veel langer lijnstuk dan wat ik nu afgezocht heb. Terug in bus bel ik naar de meldende dierenarts. Die vertelt dat het geval door twee onafhankelijke patiënten, de baasjes ervan natuurlijk, doorgegeven was. Maar, wacht even, er is nu iemand binnen die de kat ook gezien heeft. Die derde persoon vertelt dat de kat een stuk verder ligt, richting station, vlakbij een kruising. Ik ken die kruising. Die ligt inderdaad ettelijke honderden meters verder. Ik start de bus en rijdt erheen. Ik zet de bus neer op een zijweggetje en loop de dijk op. Aan de andere kant, inderdaad vlak bij de kruising, zie ik de kat liggen. Ik steek de weg over en loop naar de kat. Zielig geval. Het onderlijf is compleet uiteen gereten en het gedarmte ligt op straat. Kop en schouders zijn nog toonbaar. Volgens protocol maak ik foto’s en hoor ze op de centrale, waar de foto’s heen gestuurd worden, al kotsen. Sommige verwondingen wennen nooit. Dan haal ik de chiplezer over de intacte schouders van het dier. Geen succes. Ook een tweede poging loopt op niets uit. Beest is niet gechipt. Ik vouw mijn zak binnenste buiten, steek de handen erin en pak door de zak heen de kat op. Zak terug vouwen en zo heb ik zonder het beest daadwerkelijk aan te raken het dier van de straat in de zak gekregen. Het enige wat op straat achterblijft is een plasje opgedroogd bloed. Met de zak in de handen ga ik terug naar de bus. Daar bel ik naar de dierenarts dat ik het dier gevonden heb en dat ik het naar het asiel breng. Daar bewaren we dit soort dieren gedurende veertien dagen in de hoop dat er nog een baasje op komt dagen. Dierenarts dankt voor de vlotte afhandeling en dat is dat. Ik doe de administratie en stuur een appje naar de centrale dat ik de kat heb gevonden en naar het asiel breng. | |
11-05-23 10:01:37 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
24.6: Terugplaatsing In de loop van de middag gaat de telefoon. In zoverre bijzonder dat meestal eerst een appje gestuurd wordt, maar dat is verder geen enkel probleem. Er is een TNR-kat weer in staat om uitgezet te worden. TNR-katten zijn verwilderde katten die niet gesocialiseerd kunnen worden. Deze worden gevangen, gesteriliseerd of gecastreerd en vervolgens weer vrijgelaten. Dat vrijlaten gebeurt op dezelfde plek als waar het dier gevangen is. Katten hechten aan hun omgeving en daar voelt zo’n beest zich het beste thuis. We gaan uit van het belang van het dier en niet van het belang van de mens. In dit geval ging het om een kat die gevangen was op een plek waar ik al twee keer eerder een kat had opgehaald. Dat betrof de meldingen 23.5: Gevangen kat #1 en 24.1: Gevangen kat #2. Voor mij is dit simpel. Ik rijd met de kat naar de bestemming, zet de kooi op een geschikt plekje neer en doe de deur open. Alleen had ik op de bewuste plek zowel met de aanvrager als met haar buren gesproken. Uit die gesprekken kon ik opmaken dat de ene buur geen enkel probleem met die katten had en de andere buur, net als de melder, wel. Ik kon wel zeggen dat er sprake was van enige animositeit over de katten. Dus denk ik bij mezelf: “als ik dat beest bij die mensen vrijlaat raken ze misschien gepikeerd en komen met de deegrol achter me aan”. Dat soort taferelen mogen zich dan wel voor mijn geestesoog afspelen, de praktijk vermijd ik liever. Maar op een parallelstraatje kun je goed de bus neerzetten en er is aan één kant wat ruigte. Prima plekje, zo lijkt me. Ik rijd erheen en als ik uitstap en de kat uit de bus pak hangt één van de twee voornoemde buren over de schutting. De anti-kat-buur. Precies de situatie die ik had willen vermijden. Maar dan ontkom je niet meer en kun je maar beter het hele verhaal eerlijk vertellen. Dat deed ik dan ook. Mevrouw was wel teleurgesteld dat het beest linea recta weer terug kwam. Zij wist nog een boerderij waar ze nog wel een boerderijkat zouden kunnen gebruiken. Maar daar ga ik niet over, dat soort dingen moeten ze maar met het asiel in orde maken. Nog een tijdje met mevrouw staan praten. Gelukkig vond ze het niet nodig om de deegrol uit de kast te halen. Uiteindelijk heb ik het dier op dat plekje losgelaten. Na wat aarzelingen schoot hij als een raket de straat over richting de bosjes aan de overkant. Zo te zien was hij weer op de plek waar hij thuishoorde. | |
12-05-23 09:44:17 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
25: Op z’n snavel 25.1: Een beetje zwanger Even na achten komt er een appje binnen. Ik zit net te contempleren hoe of ik mijn ontbijt zal inrichten. Dat blijkt niet nodig, want er is een melding. Een drachtige kat is in de val gelopen in een dorp aan voor mij de overkant van de rivier. Ietsje, maar niet veel, verder dan gebruikelijk. Ook al omdat één van de grote verkeersbruggen over de rivier gerepareerd wordt. De makkelijkste weg is dan ook via de verkeersbrug bij de grote stad. Dat is een beetje om, maar niet veel omdat het dorp waar ik wezen moet ruwweg halverwege de stad en de grote stad ligt. Het dorp heeft zelfs eertijds landelijk bekendheid gehad wegens een kruidenvrouwtje dat er domicilie hield. Over de grote brug neem ik een smal dijkje en zit vervolgens achter een grote melkwagen die heel voorzichtig probeert de fietsers te ontwijken die vanwege het mooie weer in aanmerkelijke getale datzelfde dijkje proberen te rijden. Na een aantal kilometers moet ik de dijk af de dorpskern in. De straatjes zijn net groot genoeg voor de bus maar ik kom zonder blikschade bij het juiste adres. Ook hier is de nummering onnavolgbaar: 1a, 1, 3, 7, 5, waarbij drie en zeven aan dezelfde inrit liggen. Ik loop dan ook eerst verkeerd, maar als ik een stukje de andere kant op ga vind ik het juiste nummer. Er is geen bel, maar als ik op de deur klop komt een man naar buiten. Naast de voordeur onder een kleedje en half onder een struik staat de kooi met daarin de bewuste kat. Als ik het kleedje gedeeltelijk wegtrek om de kat de bekijken blijkt het een wilde te zijn. Ik heb uit de auto een paar handdoekjes meegenomen. Katten zitten het liefst in het donker. Die handdoekjes gooi ik over de kooi. Niet dat het veel helpt. De kat blijft onrustig. Verder niets aan te doen. Ik praat nog even met mijnheer. Die zegt dat er nog een tweede kat in de buurt rondzwerft die hij ook wil vangen. Ik beloof dat ik de kooi zal terugbrengen. Vervolgens ga ik met de kat in de kooi terug naar de bus. In de bus heb ik wel een tweede kooi waarin ik de kat kan overzetten, maar juist het type kooi waarin de kat gevangen is, is minder geschikt voor die operatie. Net als de kooi van 23.5: Gevangen kat #1. Ik geef aan de centrale door dat ik de kat heb opgehaald en rijd in de richting van het asiel. | |
13-05-23 13:22:59 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
25.2: Tuitelige duif Vroeg in de middag komt de volgende melding. Een duif die zich vreemd gedraagt. Beest is gevangen en melder vraagt of zij het beest in een doos kan stoppen. Het is zo lastig het dier constant in de hand te houden. Uiteraard kan dat veel dieren, vooral vogels zitten het rustigst in een donkere ruimte. Hebben ze minder stress. Ik ga onderweg via de binnenweggetjes. De grote verkeersbrug is in reparatie en je kan vanwege Koningsdag extra verkeer verwachten. Die twee bij elkaar opgeteld zou er wel eens het een en ander aan verkeer over de enige nu overgebleven brug moet. Dat wordt nog erger als blijkt dat wegens de festiviteiten vanwege Koningsdag de complete binnenstad van het stadje aan mijn kant van de rivier afgesloten is. En dat terwijl ik juist via die binnenstad had willen rijden juist omdat die grote verkeersbrug eruit ligt. Ik moet dan ook rondgaan op kort bestek en via de rondweg en de dijk gaan. Dat kan ook maar is verder en je hebt vaker de verkeerslichten tegen. Blijkt dat die verkeerslichten uitgeschakeld zijn en het verkeer met mankracht geregeld wordt. Uiteraard zijn daarvoor te weinig mensen ingezet zodat degenen die wel bezig zijn met een rooie kop hun stembanden aan het verrinneweren zijn om de kuddes voetgangers in toom te houden. Twee man is te weinig voor vier straten met druk autoverkeer, vier fietspaden en drie voetgangersoversteekplaatsen. Maar er is door te komen al gaat het met moeite en uiteindelijk kom ik aan bij de flat waar de duif in kwestie tijdelijke domicilie gevonden heeft. Direct bij het adres waar ik zijn moet is een parkeerplekje vrij. Als ik uitstap en de transportkooi pak staat de melder al in de portiek te wachten, kind op de arm. Ik volg de melder de huiskamer in. Daar staat de doos met de duif. Melder verteld dat de duif moeite heeft met lopen. Zo gauw hij vooruit wil lopen kiept ‘ie naar voren en dreunt op z’n snavel. Ik haal de duif uit de doos en zet hem voorzichtig op tafel. Mevrouw heeft niets teveel gezegd. Het beestje klapt gelijk naar voren. Gezond is anders. Kleine meid mag nog even aaien en dan doe ik de duif in de transportbox. Ik vertel mevrouw dat ik het beestje naar de opvang zal brengen. Mevrouw is niet bekend met de opvang en we praten nog even waar deze gesitueerd is. Dan breng ik de duif naar de bus. In de bus bel ik met de opvang. Die zegt dat dergelijk gedrag typisch is voor een duif die tegen een venster geknald is. Er is is geen bijkomende schade, zo te zien, dus het zal wel weer goed komen met het dier. Ik mag hem in hok “B” zetten, met een schoteltje water en anders niets. Als ik me aldus van mijn taak gekweten heb breng ik de vangkooi van de vorige melding (25.1: Een beetje zwanger) terug. Ik ben nou toch in de buurt. Daar praat ik nog even met mijnheer. Tijdens het gesprek komt de volgende gegadigde aanlopen. Een jonge kat die heel graag komt neuzen, maar als je een stap in zijn richting doet gelijk in de struiken vliegt. Die moet ook nog gevangen worden. Maar het is al wat later dus mijnheer zal de kooi morgen scherp zetten. | |
13-05-23 14:09:53 | Buick Oudgediende WMRindex: 5.640 OTindex: 1.132 |
Het lijkt wel een kwis Klazien uit zalk | |
13-05-23 17:09:14 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
@Buick: Je mag nóóit meer raden... | |
14-05-23 11:07:48 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
25.3: Vangkat ‘s Ochtends vroeg, iets voor achten, komt er een appje binnen. Op een vorig adres, dat van 25.1: Een beetje zwanger, is er weer een kat in de val gelopen. Dat is nummer twee en tegelijk de laatste. Volgens de boer die de vangkooi besteld had waren deze twee flink verwilderd en gaven overlast. Ze trokken wel samen op, als je de ene zag, dan zag je de andere ook. Ik onderweg. De grote brug is nog steeds in reparatie dus ik rijd weer via de grote stad. Je kunt wel via de oude brug, maar dat vinden wel meer mensen. Het is er dan ook behoorlijk druk. Ik kan dan maar beter voor hetzelfde geld een andere route nemen. Ik probeer van te voren op te bellen, zoals te doen gebruikelijk, maar het telefoontje heeft kuren. Het weergegeven nummer wordt niet herkend. Heel gek, want een paar dagen terug was het geen probleem. Techniek is toch een wonderlijk iets, zo af en toe. Ter bestemming aangekomen klop ik weer op de deur. Even later gaat de deur open. “Ah, een bekende”. Inderdaad, een paar dagen terug was ik hier ook al. De gevangen kat zit op hetzelfde plekje naast de voordeur hals onder de struiken. Het beest is het duidelijk niet eens met deze behandeling en zit luid te mauwen. Ik haal het zeil van de boer weg en gooi de meegebrachte handdoeken over de kooi. In het donker zijn ze het rustigst. We praten nog even. De gevangen kat was in eerste instantie nogal schuw ten opzichte van de kooi, maar vanochtend had de boer na melkenstijd de kooi weer gezet en toen zat hij (Ik vermoed dat het een katertje is) er in no time in. Waarschijnlijk honger gekregen. Boer vertelde dat in eerste instantie het valdeurtje niet werkte maar dat hij toen met een bezemsteel een tik tegen het mechanisme gegeven had en dat de deur toen wel sloot. Hij zei ook dat dit de laatste was. En verder dat de twee katten een koppel vormden. Als ze weer uitgezet worden zou het volgens hem het beste zijn om dat gezamenlijk te doen. Oké, ik vermeld dat in mijn formulier en toen ik de kat afleverde op het asiel ook nog even mondeling doorgegeven. | |
15-05-23 15:33:06 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
25.4: Duif met gat Rond de middag gaat de telefoon weer. Ditmaal gaat het over een duif met een groot gat in de borst. Normaal zou je zeggen dat het beestje dan overleden is maar zo ernstig zal het niet zijn. Het beest leeft nog. Ik bel met de melder dat ik eraan zit te komen. Ze heeft het dier in een doos gedaan maar weet verder niet wat ze met het dier aanmoet. Dat weet ik ook niet, maar ik kan het in ieder geval met wat geruststellende woorden uit handen nemen. En daar is het om begonnen. In ieder geval weet ik wél waar ik het dier onderdak kan brengen. Het adres is een hofje in de stad. Ik ben er al eens eerder geweest bij melding 2.4: gemaaide egel, en ook toen was het een avontuur. Het hele hof bestaat uit meerdere straten die dezelfde naam dragen en behoorlijk smal zijn. Daarbij zitten er een fors aantal haakse bochten in. Typisch een prachtig idee maar niet een waar een leverancier vrolijk van wordt. Zie daar maar eens in of uit te komen met een grote vrachtauto met zwaar materieel. In mijn geval weet domdommetje de weg. Ik rijd maar eenmaal mis en dat is omdat de GPS tussen de bomen door moeite heeft de satellieten te vinden. Als ik aankom is het ook een punt om een parkeerplek te vinden. Er zijn er een paar maar die zijn te smal voor mijn beperkte stuurmanskunsten. Dan maar ernaast, het is toch maar voor even. Als ik uitstap staan melder en een buurvrouw al te zwaaien. Ik zwaai terug, haal een bakje uit de bus en loop in hun richting. De duif in kwestie was inderdaad tijdelijk ondergebracht in een kartonnen doos. Ik haal het beest eruit. Een forse bloeding aan de borst. Waardoor? Geen idee. Meest waarschijnlijke lijkt me een aanval door een roofvogel, maar wie het beter weet mag het zeggen. Een kat lijkt me minder waarschijnlijk, een kat heeft het vaker op de staartveren of de rug voorzien. Ik praat even met de beide dames. Zoals gebruikelijk met dit soort gevallen gaat het dier naar de vogelopvang hier in de stad. Één van de dames vraagt: “Bestaat die dan nog? Vroeger zat ‘ie aan de rand van de binnenstad”. Dat is heel goed mogelijk, want dat is het huisadres van de beheerder. Maar tegenwoordig worden de dieren ondergebracht in een schuur met aanpalende hokken verder buitenop aan de rand van de stad. Ik stop de duif in de meegebrachte transportbox en neem afscheid. Terug in de bus bel ik de opvang en krijg te horen dat het beest in hok “B”kan worden ondergebracht. De “Tuitelige duif” van een tijdje terug is waarschijnlijk alweer uitgevlogen. Bij de opvang zet ik de duif in het bestemde hok, bakje water erbij en dat is dat. Nog even de administratie bijwerken en dat is ook weer rond. Terug naar huis. | |
16-05-23 11:45:36 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
25.5: Verfrommelde kat Wat later op de dag, even na drieën, komt de volgende melding. Er is een dode kat langs de kant van de weg gevonden. Straat met huisnummer is gegeven. Nu maar hopen dat het beest daar dicht in de buurt ligt, want anders zoek je je een ongeluk. Het adres is in het buitengebied, aan een smal weggetje met hier en daar een boerderij. Een adres hier is wat minder nauwkeurig dan in de binnenstad. Ik ga onderweg en dankzij domdommetje kom ik bij de bewuste boerderij aan. Goede parkeergelegenheid is er niet, dan maar in het gras bij de oprit naar een weiland. Daar heb je de minste kans om vast te komen zitten. De boerderij in kwestie ligt aan een oprit van een metertje of vijftig. Dan zal dat beest wel ergens aan die oprit liggen. De hele oprit aan weerskanten afgelopen. Niets. Dan loop ik langs de bus naar de toegangsweg. En verdorie, direct achter de bus, op net een meter afstand, daar ligt het beest in het gras. Flink verfrommeld alsof het halve binnenwerk in de poeier ligt. Toch is er aan de buitenkant weinig schade. Bloed aan de kop en de ogen zitten er niet goed in maar voor de rest weinig aan te zien. Ik haal de chiplezer over de nek. Geen resultaat. Maar dat is in het buitengebied eerder regel dan uitzondering. Het beest is redelijk toonbaar maar er zijn duidelijk mensen mee bezig geweest. Er ligt wat tissue papier en twee plastic handschoentjes. Ik haal een kratje uit de bus waar ik het dier in leg. Die gaat naar de vriezer in het asiel. Tissues en handschoentjes gaan in de afvalbak van de bus. Als ik bezig ben met de administratie komt er een vrouw aan de rechter deur. Zij had de melding gedaan en kwam toevallig net langs toen ik bezig was. Ze woont een paar boerderijen verderop. Even gepraat over het hoe en wat. Cliënten van mevrouw hadden de kat zien liggen en daarop had zij de melding gedaan. Mevrouw gaat verder en ik keer de bus en ga richting asiel. Daar zit de vriezer al weer aardig vol. tijd om de kadavers die ouder zijn dan veertien dagen naar de verwerking te brengen. Het is inmiddels al kort na vijven. Dan is de verwerking al dicht. Dan maar doorgeven aan de volgende collega, dat die de boel verzorgt. Ik ga weer op huis aan. | |
16-05-23 12:19:51 | allone Oudgediende WMRindex: 52.006 OTindex: 93.469 |
In de ene vriezer zitten pizza’s, in de andere katten | |
16-05-23 14:52:17 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
@allone: Zo lang je die die twee maar uit elkaar kunt houden. Anders wordt het katten. | |
16-05-23 18:01:56 | allone Oudgediende WMRindex: 52.006 OTindex: 93.469 |
18-05-23 10:17:44 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
26: ‘t Knienechien Knienechien: Zuid-Drents voor konijntje 26.1: Fladderende eend In de loop van de ochtend krijg ik de eerste melding van de dag binnen. Iemand heeft bij een cultureel complex een eend gespot die niet voort kon. Het beest heeft moeite om vooruit te komen en fladdert maar wat. Probleem is in dit geval dat mijnheer de melder alleen maar aangeeft dat het bij het cultureel centrum is. Waar dat culturele centrum uithangt heeft noch de centrale, noch ik enig benul. Mensen die plaatselijk bekend zijn weten dat uiteraard wel, maar noch de centrale, noch ik, zijn dat. Een situatie die wel vaker voorkomt. Maar dat probleem is op te lossen via Google. Naam van het stadje, dat had mijnheer wel opgegeven, en als verdere zoekopdracht de term “cultureel centrum”. Dat gaf diverse resultaten, van een huisarts tot een bibliotheek. Dan maar naar de bibliotheek, dat was de meest culturele van het zure zootje. Vervolgens de melder gebeld dat ik eraan zat te komen. Melder geeft nadere instructies. “Als je voor de apotheek staat ga je naar links. Om de hoek zie je een muurtje en bij dat muurtje daar zit ‘ie”. Goed. Daar kunnen we wat mee. Althans, dat hoop ik. Ik spring in de bus en rijd richting het bewuste stadje. Het is aan mijn kant van de rivier dus wat minder ver. Eenmaal aangekomen is alles zo duidelijk als wat. Het is één groot gebouw met meerdere faciliteiten. De eerste twee dekken hebben diverse, meest publieke, functies. Daarbovenop drie dekken met appartementen. De melder woont in één van die appartementen. Als ik de bus parkeer sta ik lijnrecht tegenover de bewuste apotheek. Ik stap uit, pak een transportbox mee en ga naar links. Om de hoek is er inderdaad een laag muurtje en vijfentwintig meter verderop zie ik wat in het gras. Dat blijkt, als ik naderbij kom, de eend in kwestie. Die is levendig zat maar kan niet voort. Als ‘ie lopen wil valt ‘ie om en loopt een beetje met z’n vleugels te slaan. Ik drijf hem, het is een woerd, in een hoekje tegen de muur en kan hem ondanks dat gefladder zo oppakken. Als ik daarmee doende ben wordt ik van bovenaf aangeroepen. Vijf dekken hoger op een loopbrug tussen twee vleugels van het gebouw staat de melder. Met enige stemverheffing een conversatie gevoerd. Mijnheer had nog een transportbox staan die niet gebruikt werd. Of ik belangstelling had. Ik persoonlijk niet, maar het asiel kan zoiets altijd gebruiken. Ik breng de eend naar de bus en ga het gebouw binnen. Alles staat open, maar geen opgang naar de appartementen. Die blijkt na enig zoeken aan de andere kant van het gebouw te zijn. Het was wel aangegeven maar ik had het totaal over het hoofd gezien. Mijnheer doet de benedendeur op afstand open en ik stuiter via de trap naar boven. Daar aangekomen blijkt dat ik geen twintig meer ben. Maar tegen de tijd dat ik bij het juiste appartement ben ben ik alweer uitgehijgd en neem onder dankzegging uit naam van het asiel een gloednieuwe box in ontvangst. Mijnheer had hem voor de hond gekocht toen die nog een pup was. Nooit gebruikt en toen de hond groot was, was de box te klein. Terug in de bus bel ik de opvang. Ik kan de eend komen brengen. “Zet maar in een kartonnen doos op het aanrecht. Dan kom ik zo wel kijken”. | |
19-05-23 11:58:44 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
26.2: Overbodig konijn Tijdje later gaat weer de telefoon. Iemand heeft bij een kinderboerderij een tam konijn gebracht. De vrijwilliger die het beestje aannam wist niet dat een kinderboerderij geen dieren opvangt en had het geaccepteerd. Vervolgens belde een meer ervaren kracht de dierenambulance. De bewuste kinderboerderij ligt in het stadje aan mijn kant van de rivier. Ik ben er al een paar keer geweest, beide keren voor een eend. Probleem met deze kinderboerderij is dat het vrij lastig is om er met de bus te komen. De toegangsweg is aardig smal en de ingang ervan is lastig te nemen. De eerste keer moest ik twee keer steken voordat ik de bocht genomen had. De tweede keer had ik een bijrijder die er bekend was. Die loodste me naar een woonwijk vlakbij. In die woonwijk was parkeergelegenheid voorhanden. Centrale, die ook regelmatig chauffeur speelt, was ook bekend met de situatie en probeerde me via de telefoon instructies te geven. Niet nodig, ik ken de stek. Ik bel op dat ik eraan kom en ga richting kinderboerderij. Natuurlijk is mijn toegangsweggetje compleet geblokkeerd door een mobiele kraan die daar aan het hijsen is. Maar via het parkeerterrein van de plaatselijke supermarkt kan ik toch op de plaats van bestemming komen. Ik stap uit en pak de nieuwe transportbox. Die is een slagje groter dan onze standaard. Ik weet niet hoe groot het konijn is. Als het een Vlaamse Reus is dan heb ik een grotere box wel nodig. Als ik het paadje oploop naar de kinderboerderij staat bij het hek een vrouw te zwaaien. De melder. Ik zwaai terug ten teken dat ik haar gezien heb. Bij het hek vertelt mevrouw wat er aan de hand is. Ze zitten met het konijn in de maag. Het is een ander ras dan de rest van de konijnen en willen het beestje er niet tussen plaatsen. Ondertussen lopen we naar de ren waar het konijntje tijdelijk is ondergebracht. Mevrouw opent de ren en ik haal het diertje eruit. Het is toch geen Vlaamse Reus. Eerder het tegenovergestelde. In de grotere transportbox die ik uit voorzorg gepakt had is het beestje amper terug te vinden. Mevrouw verklaart dat ze het heel attent van de dierenambulance vindt dat we zo vlot gekomen zijn. Altijd prettig om te horen dat je gewaardeerd wordt. Ik neem afscheid en eenmaal in de bus bel ik de opvang dat ik er aan zit te komen met een tam konijn. Na een beetje geheenenweer mag ik langskomen. Bij de opvang is het even zoeken, maar in de schuur met de konijnen vind ik iemand die me het konijn afhandig kan maken. Gelijk staan er een aantal hulpen omheen om het beestje te bewonderen. Het lijkt wel of ze nog nooit een konijn gezien hebben. Ik taai af, doe mijn administratie en als ik daar mee bezig ben komt er bericht binnen over een dode kat die langs de kant van de weg gevonden is. | |
20-05-23 09:18:19 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
26.3: Zwarte kat? In de stad aan de grote doorgaande weg door de stad is een dode kat gezien. Ergens tussen het gemeentehuis en een benzinepomp. Afstand ertussen is goed zevenhonderd meter. Ik discussieer even met de centrale, is het niet wat nauwkeuriger te bepalen? Schijnbaar niet. Het enige wat centrale kan leveren is een kaartje met de route erop. Een beetje een vage melding, maar ik heb toch niets beters te doen. Ik ga er op af. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt (de koe gaat op de grond liggen en doet het geluid van een bosje wortels na). Aan het begin van het lijnstuk schakel ik terug en rijd langzaam, tot grote vreugde van mijn achterliggers, de weg af. Aan het eind draai ik rond de rotonde en herhaal de procedure. Beetje lastig, want je moet zowel op het andere verkeer als op de berm letten waar, misschien, de kat ligt. Als ik weer bij de benzinepomp ben geef ik het op ik zet de bus neer bij de pomp en sein naar de centrale dat ik hem niet gevonden heb. Denkelijk heeft iemand het dier gevonden en meegenomen. Ik ga op huis aan. Thuisgekomen maak ik een bak (instant)soep en net als die klaar is krijg ik weer een melding. Dode kat gevonden bij een rotonde aan diezelfde doorgaande weg. Ik zeg tegen centrale dat ik eerst die soep opeet en dan achter die kat aan ga. Centrale is het daarmee eens. Als ik de soep op heb spring ik in de bus en rijd weer naar de stad. Vlakbij de rotonde in kwestie is een plekje waar ik de bus makkelijk kwijt kan. Gereserveerd voor gemeentewerken. In functie werk ik formeel in dienst van de gemeente dus heb ik geen gewetensbezwaren te dienaangaande. Ik loop twee maal de rotonde rond om te zorgen dat ik elk plekje onder ogen krijg. Niets. Dan bel ik de melder om te vragen of ze een wat nauwkeuriger positie heeft. Die heeft ze. Vanaf de rotonde in de richting van het gemeentehuis, als je van het gemeentehuis komt rechts, ongeveer twintig meter voor de rotonde. Dat is aardig precies. Ik loop van de rotonde een vijftig meter richting gemeentehuis. Niets. Dan wordt ik vanaf een flatgebouw aan de overkant van de sloot aangeroepen. Mensen gebaren en roepen. Wat ik eruit begrijp is dat de bewuste kat is gevonden en weggehaald door de eigenaar. Één van de mensen komt op een draf naar met toe. Zij moet omlopen om de sloot dus duurt het even. Als ze is uitgehijgd, de honderd meter in honderd seconden, vertelt ze het verhaal wat gedetailleerder. Samen lopen we terug naar de bus. Alle kans dat beide meldingen hetzelfde dier betroffen. Positie klopt en ook de kleur van de kat is hetzelfde. Maar in ieder geval weet de eigenaar wat er met het beest gebeurt is en kan het naar believen verzorgen. Ik ga weer op huis aan. | |
21-05-23 10:39:32 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
26.4: Uit het nest gedonderd ‘s Avonds gaat de telefoon opnieuw. Het is rond acht uur. Een vogeltje is uit het nest gedonderd en de mensen vinden het zielig om hem dood te laten gaan. Ze hadden hem midden op de oprit gevonden, nog naar een nest gezocht om hem terug te zetten maar niet gevonden. Normaal is zo’n vogeltje voor de kat, maar hier hadden de mensen een stokje voor gestoken. Maar wat verder? Zo’n beestje heeft nogal wat verzorging nodig totdat ‘ie zelf pieren kan zoeken. Het adres was op een boerderij niet ver van een dorp aan de rivier. Melder is het type van een ouderwetse boerin, iemand die haar weetje weet en niet bang is daar haar zegje over te doen. Ze wist dus precies wat er met het vogeltje aan de hand was en wat ermee te doen. Inwendig stelde ik dan ook mezelf de vraag waarom ik opgetrommeld werd. Uitwendig laat je zo iemand rustig uitpraten. Maar dat zijn overwegingen die je maar beter voor je houdt. Ik vertelde mevrouw dat ik het naar de opvang in de stad zou brengen en dat ze daar verder zouden kijken. Mevrouw vertelde verder dat ze het al wat pieren had gevoerd en dat dit prima ging. Ik met het vogeltje, net uit het nest, geen veren en alleen wat dons, de bus in. Opvang gebeld. Opvang zegt: “Gelijk terugzetten zodat de ouders er weer bij kunnen”. Maar mevrouw had het diertje van de oprit geplukt en had het nest niet kunnen vinden. Ik maar weer aangebeld en gevraagd waar precies, om het beestje redelijk veilig voor de alomtegenwoordige katten in de struiken te plaatsen. Mevrouw was het daar niet mee eens, ze had haar eigen ideeën daarover. Volgens haar was de opvang in de grote stad beter, want die verzorgden dit soort beestjes wel. Nog even heen en weer gepraat over wat en hoe. Persoonlijk stem ik voor de oplossing zoals eerst voorgesteld: de ouders ervoor laten zorgen. En als de kat het beestje te pakken krijgt, ook dat is natuur. Niet alle jonggeboren vogeltjes blijven leven. Maar dat was tegen het zere been van mevrouw. Ik koos dan ook voor de makkelijkste weg: de opvang in de grote stad. Ik moest plechtig beloven dat ik het daar heen zou brengen. Geen probleem, ik rijd wel. Ik bel op naar de opvang, naar het telefoonnummer buiten kantooruren, en spreek de voicemail in. Als ik daar aankom, komt de beheerder me al tegemoet. En inderdaad, hij heeft al meerdere van dit soort vogeltjes. Eentje erbij was geen probleem. Volgens hem was het een merel of een spreeuw. Het diertje was nog te jong om het met zekerheid te kunnen zeggen. Onderweg naar huis bedenk ik me dat het wel een heel gedoe is om een vogeltje dat uit het nest gevallen is. Tegen tienen ben ik weer op de basis. | |
21-05-23 13:16:02 | allone Oudgediende WMRindex: 52.006 OTindex: 93.469 |
Beter 1 vogel in t Nest 🪺 dan 10 in de Hand 🤚 | |
22-05-23 10:15:19 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
27: Geplukte zwaluwstaart 27.1: Toch een eigenaar In de loop van de volgende ochtend krijg ik weer een melding. Een, volgens de melder, raskat was verwaarloosd, vermagerd en hongerig aan komen lopen bij mensen in het stadje aan mijn kant van de rivier. Ik probeer de melder te bellen om door te geven dat ik eraan kom, maar er wordt niet opgenomen. Dan maar zo. Tenslotte hebben ze kortgeleden de centrale gebeld, dus ze weten dat één en ander in behandeling is. Vol goede moed stijg ik in de bus en vertrek in de richting van de melding. Nog geen drie kilometer op weg gaat de telefoon. De centrale. Tegelijk met het inschakelen van de dierenambulance hadden de melders het beestje op sociale media geplaatst. Met onmiddellijk gevolg. De eigenaar had het beestje al gemist en zou het bij de melder komen ophalen. Eind goed al goed. Ik ga via een klein zijweggetje van de weg af en rijd via de ventweg weer terug naar huis. Korte uitruk dit keer. | |
23-05-23 16:32:18 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
27.2: Weglopert Laat in de middag komt de volgende melding. Centrale is een beetje klaar ermee. Een hond in het stadje aan deze kant van de rivier schijnt regelmatig van het padje te zijn. Iedere keer weggelopen en dan door buurtbewoners of dierenambulance teruggebracht. Ik krijg op het hart gedrukt toch vooral de dertig Euro bijdrage te vragen. Misschien dat een financiële prikkel help om het beest beter onder commando te houden. Ik rijd in de richting van de melding. Het adres is in een moderne woonwijk. Zo een waar je met de auto maar op één manier in kunt komen, maar lopend of met de fiets alle kanten op kunt. Voor het adres staan een aantal mensen. Ik had, zoals gebruikelijk, van te voren gebeld. Ze wisten dat ik komende was. Als ik vergezeld van de chiplezer uitstap komen ze, met de hond in kwestie, op me toe. De hond tijdelijk in bedwang gehouden met een broeksriem, als geïmproviseerde hondenriem. Ik zit even te stuntelen, want zo gauw als ik de hond beetpak maakt de melder de riem los en moet ik, met een wispelturige hond onder handen, de chip zien af te lezen. Ik zet de hond klem in de bus tussen de vaste kooi en een paar transportboxen. De hond is een zwarte mops, niet zo groot, en zo kan ik de chip aflezen. Dat gaat zonder verdere problemen. Het adres is een bepaalde straat. Als ik dat doorgeef aan de omstanders krijg ik te horen dat de eigenaren onlangs zijn verhuisd en nu een ander adres hebben, hier in de buurt. Iemand weet me aardig precies uit te duiden waar, maar omdat het stratenpatroon vrij ingewikkeld is, is het voor mij geen doen de aanwijzingen op te volgen. Hierop rent zij één van de huizen in om even later met het exacte adres terug te komen. Hier kan ik wat mee. Ik zet de hond in de kooi en neem afscheid van de omstanders. Een klein meisje moet nog even speciaal afscheid nemen van de hond en dan gaat de deur dicht. Ik stap in, programmeer de Domdom en vertrek. Straatje uit, even de ringweg tot de eerste rotonde, straatje in en een paar haakse bochten verder ben ik er alweer. Als ik de bus neerzet en uitstap komt vanuit het adres waar ik moet zijn een vrouw het huis uit. Een paar kinders om haar heen. Vanaf het tuinpad roept ze “Heb je onze hond”? Ik terug: “Een zwarte mops”. Dat was ‘m. Het beest was een notoire wegloper sinds de verhuizing. De moeder van het dier gaf geen enkel probleem, maar deze, mops junior, nam zo gauw hij de kans kreeg de kuierlatten en wist vervolgens niet meer waar hij thuishoorde. Gelegenheid genoeg in een huishouden met drie jonge kinderen. Er hoeft er maar één een deur open te laten staan en foetsie. Ik overhandig het dier en, overeenkomstig de instructie, vraag de vaste bijdrage. Dat was geen enkel probleem. “Mag het kas”? Inderdaad, dat kan. De oudste dochter komt direct al met twee briefjes van twintig aandragen. In mijn eigen portemonnee heb ik wisselgeld. Ook weer ‘beurt. In de bus stop ik dertig Euro in de vaste safe en maak een notitie in het kasboek. Als ik vervolgens wegrijd zwaaien de kinderen. | |
24-05-23 08:57:56 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
27.3: Één zwaluw maakt…. lente? Een nieuwe dag, een nieuw geluid. Ik wordt nog poëtisch op m’n ouwe dag, al gaat het gedicht van Gorter over de lente. Ik heb net de bus van mijn voorganger gekregen als de telefoon gaat. Centrale vraagt of mijn voorganger nog dienst heeft. Nee. Voorganger was uit praktische overwegingen wat vroeger en voor mij was dat geen bezwaar. In de stad was een zwaluw aangevallen door een roofvogel en beduusd opgeraapt door een jonge jongen op een scooter. Voorganger woont daar vlakbij en had binnen een paar minuten ter plaatse kunnen zijn. Vandaar de vraag van de centrale. Voor mij is het een half uur draaien. Even heen en weer gepraat. Centrale neemt contact op met de melder, de jongen met de scooter. Die rijdt met de zwaluw in het bagagecompartiment naar zijn huis en doet het dier daar in een doos. Ik rijd naar het adres om de zwaluw op te halen. Zo gezegd zo gedaan. Het adres is een smalle staat net achter de oude stadswallen. Ik ben er inmiddels vaker geweest. Als ik aan komt rijden staat de linkerkant vol met auto’s maar een paar meter verder is aan de andere kant een plekje waar ik met de wielen half op de stadswal de bus kan neerzetten. Op die manier kan er nog verkeer langs. Als ik uitstap en een transportkooi pak komt de jongen me al tegemoet met een doos in de handen. Die had me al voorbij zien rijden. Als ik bij hem ben opent hij de doos. Daarin zit de zwaluw. Als ik deze oppak fladdert hij een beetje met de vleugels en klemt hij zich stevig vast in m’n vel. Ik praat even met de jongen en bekijk de vogel. Ik zie niets mis met het dier, maar de jongen duidt op een kale plek op de rug. Als ik de vleugels stilhoud en aan de kant schuif zie ik inderdaad een kale plek. Daar zijn hem wat veren uitgetrokken. Of dat ernstig is kan ik niet beoordelen. Ik bedank de jongen en zet de zwaluw met wat moeite in de transportkooi. Hij houd zich stevig vast aan mijn hand maar met een beetje gewriemel gaat ‘ie toch op de handdoek onderin de kooi zitten. Klepje dicht, klaar. Terug in de bus bel ik de opvang. Die vraagt wat voor zwaluw het is. Geen idee. Zo bekend ben ik niet met die beesten. Er zijn verschillende soorten, maar hoe die er precies uitzien weet ik niet. Het beestje is effen donker, tegen het zwarte aan, en weet zich met zijn klauwtjes goed vast te klemmen. Volgens de opvang is het daarmee waarschijnlijk een gierzwaluw. Andere zwaluwen, boerenzwaluw, huiszwaluw, hebben een witte borst. De beheerder vertelt dat hij die avond, het is inmiddels al ruim na achten, nog naar de opvang komt. Ik kan de zwaluw in de opvang op het aanrecht zetten. Dan zal hij er later naar kijken. In de opvang zoek ik een geschikte kartonnen doos doe de vogel, weer met enige moeite dankzij die klauwtjes, er in. Doos op het aanrecht en klaar. Nog even de noodzakelijke papierwinkel en ik kan weer op huis aan. | |