Blog van Emmo, bootjes en meer | |
14-09-22 16:06:05 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
15: Al die zullen ter ganzen varen Naar het lied “Al die zullen ter kap’ren varen”. 15.1: Alweer vogelgriep Vanaf zeven uur ‘s avonds was het rustig. Geen enkele melding. Dat bleef tot de volgende ochtend half negen. Een gans gevonden, nota bene op hetzelfde adres als melding 14.1 “Zieke gans”. Nou is dat wel een gebied waar veel ganzen voorkomen, zo tussen de polder en de vaste wal in, dichtbij waar een grote rivier het IJsselmeer instroomt. Maar twee meldingen van hetzelfde adres heb ik nog niet eerder gehad. Ik onderweg. Eerst maar de bijrijder oppikken. Telefoon neemt ze niet op, dan maar een appje met de ETA. Bij haar huisadres aangekomen: niets. Normaal gesproken zit ze bij de voordeur op me te wachten. Is er tijdens de rit een antwoord op het appje binnengekomen dat ze naar het ziekenhuis moest. Kan gebeuren, dan rijd ik alleen. Omdat ik vorige week al op hetzelfde adres was geweest had ik het zo gevonden en kon in enen doorrijden. Gelijk maar pak, handschoenen, et cetera gepakt, je weet het niet maar het stinkt wel naar de misdaad. Grote box mee om het dier eventueel in te doen. Bij de bungalow aangekomen kwam de melder gelijk naar buiten. Die zat al op het vinkentouw. We lopen samen naar het water. Zit dat gekke beest midden in een sloot, bij een ingestorte steiger. Daar kan ik never nooit niet bij. Omdat het een gegraven sloot is waarschijnlijk ook te diep voor het waadpak, bovendien, een waadpak gebruik je alleen als er iemand bij is en ik heb geen bijrijder. Overlegd met de melder. Die zegt: “Maar ik heb hier een kano liggen, daarmee kunnen we hem wel oppikken”. Melder pakt de kano, een eenpersoons kajak, en ik loop naar de bus om een schepnet te halen. Melder woont pas sinds kort in de bungalow en had de kano nog nooit gebruikt. Toen bleek dat de peddels misten. Geen probleem, dan roeien we met het schepnet. Het was maar een kort stukje. Melder gaat in de kano en peddelt met het schepnet richting gans. Gans verwikt of verweegt niet en laat zich zonder verdere babbelegoegies opscheppen. Een veeg teken dat het beest niet gezond is. Kano komt terug naar de steiger met handkracht. Het schepnet zit vol met gans. Het hele fabriek op de kant getrokken en de gans bekeken. Ziet er niet best uit, ze heeft er duidelijk geen zin meer in. Ik bel met de centrale en overleg. Dat wordt dus inderdaad naar de dierenarts in het stadje aan de overkant van de rivier. Die mag de zware beslissing nemen, al heb ik er al een vaag vermoeden van wat die beslissing zal zijn. Ik bel naar de dierenarts en die zegt: “kom maar langs”. Nog even met de melder gesproken, gans ingepakt, mezelf uitgepakt en onderweg naar de dierendokter. Ik moet nog een formuliertje uit de bus halen en in de tussentijd doet de arts de gans. Dat laat toch even op zich wachten. De diagnose was niet volledig duidelijk maar de kans op vogelgriep was zeer zeker aanwezig. Maar het spuitje zetten was toch wat lastig. Niet elk dier reageert even snel op zoiets en sommigen gaan flink te keer. Uiteindelijk wordt ik van de taak ontheven onder voorwaarde dat ik later het kadaver kom ophalen. Dat zullen we dan maar doen. Punt is dat in dit gebied de dierenarts afvoerkosten moet betalen en wij, als dierenambulance, kadavers gratis mogen afleveren. Puur een centenkwestie dus, maar zoals Liza Minelli al beweerde: “Money makes the world go round”. Om twee uur sluit de praktijk, dus ik zorg ervoor dat ik kwart voor twee weer bij de arts op de stoep sta. Ik kon mijn gans in het schuurtje achter afhalen. Toen naar de verwerking en de gans bij de voorgaande dode beesten gekiept. Laatste edit 14-09-2022 16:06 | |
15-09-22 15:59:08 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
15.2: Politiegans Rond half vijf gaat de telefoon weer. “Je kunt weer naar hetzelfde plekje, maar dan aan de overkant van het water. De politie te water heeft een nog levende gans uit het water gehaald”. Het spijt me voor de agenten, maar mijn aanrijtijd is meer dan een half uur. Maar als ik te bestemder plaatse aankom en mijn busje bovenaan de dijk zet, komen twee waterscooters van de politie aanvaren. Via een niet afgesloten hek kom ik op een steiger waaronder de agenten hun bootjes parkeren. Één van de twee heeft de bewuste gans op schoot. Ik had de kist al meegenomen. De agenten vertellen dat het beest met de tijd levendiger werd. Ze waren blij dat ze er vanaf waren. Voor mij een veeg teken dat het misschien géén vogelgriep was. Niet dat ik ook maar in de verste verte deskundig ben, maar meestal worden zieke beesten alleen maar zieker. Misschien heeft deze alleen maar een tik gehad van het één of ander. Maar ik heb de afgelopen week in dit gebied al twee zeer verdachte gevallen opgepikt en als er twijfel is ga dan uit van het meest ongunstige scenario. In dit geval is dat “verdacht van vogelgriep”. Ik geef de agenten een spuitbusje om handen en handgrepen te ontsmetten en ontsmet mezelf ook zo goed en kwaad als het gaat. Nog even gesproken over besmettingen, besmettingsgevaar en eventuele gevolgen. Goed beschouwd kan ik alleen maar doorgeven wat ik op de site van het RIVM gelezen heb. Dat is dat besmetting van mensen zelden voorkomt en dat een eventuele besmetting mild verloopt, net als een griepje. Ik ga met de gans in de bak terug de dijk op naar de bus. Ik vul de administratie aan en bel met de centrale. Die heeft inmiddels de dienstdoende dierenarts gevonden. In de stad, niet zo ver weg. Ik stel het domdommetje in en ga die kant op. Dat is diep in de binnenstad, in een oudere nieuwbouwwijk. Met moeite vind ik een plaatsje voor de bus: drie keer steken en nog staat ‘ie niet goed. Bij de dierenarts is alles dicht. Bellen, geen gehoor. Website opgezocht: geen dienst. Ik bel weer met de centrale en die geeft me een centraal nummer voor na kantooruren. Zo’n 0900 nummer. Die weet me te vertellen dat de dienstdoende dierenarts geen vogelgriep gevallen doet. Ze werken ook met pluimvee en zijn als de dood voor besmetting. Ik krijg na een geruime wachttijd twee telefoonnummers van instanties die misschien zouden kunnen helpen. Ik bel weer met de centrale en doe het verhaal. Die gaat op snor naar weer een andere dierenarts die zou kunnen helpen. Na weer een geruime wachttijd krijg ik een telefoonnummer in de grote stad op twintig minuten rijden. Ik onderweg. Onderweg hoor ik achter me de gans aardig tekeer gaan. Schijnbaar vind ze het niet leuk om opgesloten te zitten. Zou ik ook niet, maar vrijlaten is ook niet echt een optie, niet met een mogelijke besmetting. Bij de dierenarts krijg ik een spreekkamer toegewezen. Vrijwel direct komt de arts ook binnen en maakt de box open. Beest is dood. Waaraan? Geen hond die het weet. Arts vermoed stress maar kan zonder labonderzoek verder niets zeggen. Ik krijg nog wel op het hart gedrukt dat ik moet waken voor besmetting, en dat is dat. Ik zit dus alweer met een dood beest, mogelijk besmet, al heb ik mijn twijfels. Ik had van de centrale te horen gekregen dat als het beest moest worden afgemaakt ik het bij het asiel, ook in de grote stad, in de vriezer moest doen. Mijn aflosser moest het dan morgen aanbieden als kadaver bij de reiniging. Dat is min of meer standaard, al is de vriezer bij het asiel eigenlijk voor huisdieren en niet voor wilde. Maar nood breekt wet. Ik bel naar de centrale om te melding dat het beest niet is afgemaakt maar tijdens het transport overleden is. Ik ben ondertussen al, het is al zeven uur, al twee uren met het beest onderweg geweest, gerekend vanaf dat ik het in de handen gedrukt kreeg van de politie. Een afgemaakt beest moet altijd vernietigd worden vanwege de aanwezige gifstof. Als een beest natuurlijk overlijdt kan het onder voorwaarden in de natuur worden achtergelaten. De aaseters weten er dan wel raad mee. Allemaal natuur. In dit geval ben ik onzeker, het betreft een mogelijk besmet beest. Centrale is schijnbaar druk, ik krijg geen gehoor. Dan maar naar het asiel en in de vriezer ermee. Het zekere voor het onzekere. Nadat ik het dier heb achtergelaten stuur ik een berichtje naar mijn opvolger om te vertellen dat ik wat later kom en ga onderweg, weer terug naar de stad waar de aflosser woont. Ik ben net onderweg als de telefoon gaat. Centrale: “je had gebeld”? “Inderdaad, ik wilde vragen of het in dit geval de natuur in kon of beter in de vriezer, maar ik heb het inmiddels al in de vriezer gegooid”. “Goed” zegt centrale, “In verband met de eventuele besmetting maar beter zo”. Bij de aflosser aangekomen vertel ik dat er een gans op haar ligt te wachten en wat er mee moet gebeuren. Ik had vooraf al mijn fietsje in de bus gezet, dus maar weer op de fiets richting huis. | |
15-09-22 16:06:43 | Sjaak Moderator WMRindex: 21.413 OTindex: 55.327 |
In de pan ermee | |
16-09-22 00:41:07 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
Beesten die aan ziekte overlijden of worden afgemaakt? Geen goed idee. | |
16-09-22 00:53:36 | HoLaHu Oudgediende WMRindex: 6.352 OTindex: 2.476 |
@Emmo: Ik krijg het idee dat je met deze baan meer werk hebt dan dat je op zee zou hebben! | |
16-09-22 02:23:20 | allone Oudgediende WMRindex: 52.006 OTindex: 93.469 |
16-09-22 09:52:05 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
16-09-22 09:54:48 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
16: Gevallen duif 16.1: Duif uit de boom ‘s Avonds weer het busje opgehaald. Mijn voorganger vertelde dat het de hele dag behoorlijk rustig was geweest, twee meldingen over de hele dag. Dan zal ik het wel voor m’n kiezen krijgen. Maar nee, de hele avond gebeurt er niets. De ochtend erop ook niets. Dooie boel, moet ik zeggen. Maar net op het moment dat ik erover denk om het fietsje in de bus te parkeren, zo tegen drieën, gaat de telefoon. Eindelijk. Ik heb me niet aangemeld om de godganse dag computerspelletjes te spelen. Er is een vogel uit de boom gevallen. Adres is wat eigenaardig, in de buurt van de plek waar ik in een recent verleden al een paar keer een gans heb opgehaald: 15.1 (Alweer vogelgriep), 15.2 (Politiegans) en 14.1 (Zieke gans). Op die plaats zijn ze net bezig met een nieuwe brug en oprit, waardoor de hele infrastructuur overhoop ligt. Maar ik rijd er maar heen en als ik er ben dan zie ik wel waar het schip strandt. Op de plek waar ik zijn moet wordt er inderdaad grofstoffelijk geklust, maar een gebouw dat het adres moet voorstellen is in geen velden of wegen te bekennen. Dan maar de eerstvolgende zijweg in, de bus aan de kant gooien en een eventuele voorbijganger bij de kraag vatten. Zo gezegd, zo gedaan. In eerste instantie zet ik de kar precies op de plek neer waar een grote kiepwagen moet zijn, maar als ik een stukje doorrijd zie ik een jonge man naast een auto naar me zwaaien. Een kartonnen doos aan zijn voeten. Zou het….. Inderdaad, het is de melder. Die zat daar geduldig op me te wachten. Hij wist natuurlijk wel wanneer ik ongeveer arriveren zou. Dat had ik op verzoek van de centrale en volgens procedure voor vertrek doorgebeld. De jonge man vertelt me hetzelfde verhaal wat ik al van de centrale gehoord had. Een vogel was uit een boom komen lazeren en mijnheer had hem opgeraapt. Ik bekijk het beest. Dikke wond op de kop. Volgens de melder zaten de vliegen er al op. Ik vermoed dat het beest ternauwernood aan een roofvogel heeft kunnen ontsnappen, maar weten doe ik dat natuurlijk niet. Het beest gaat, na overleg met de man van de opvang, naar die opvang toe. Maar eerlijk gezegd heb ik geen idee wat voor vogel het is. Het is een jong beest en op basis van mijn beschrijving vermoed de man van de opvang dat het een duif is, hoewel ik vind dat hij voor een duif wel een grote haaksnavel, formaatje meeuw, heeft. Maar het beest is duidelijk gewond en op de opvang zullen ze wel raad met hem weten. Ondertussen had ik tijdens de rit de volgende twee meldingen al te pakken. | |
17-09-22 09:14:18 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
16.2: Gevonden kat De eerste betrof een kat die overreden aangetroffen was op een uitvalsweg richting de polder. De tweede was een kat die in het buitengebied was aangetroffen en door goedwillende mensen was meegenomen en afgeleverd bij een dierenarts. Of ik maar zo vriendelijk wilde zijn om die kat bij de dierenarts af te halen en naar het asiel te brengen. Welzeker, zo vriendelijk ben ik wel. Eerst maar die duif naar de opvang en dan naar de dierenarts, vervolgens naar die aangereden kat. Die laatste is dood, dus daar is geen haast mee. Daarna met beide katten naar de grote stad waar het asiel gevestigd is. De volgorde is voornamelijk bepaald door de route. Van de duif naar de opvang, van de opvang naar de dierenarts, van de dierenarts naar de dode kat en vervolgens naar het asiel is, volgens één van mijn natte vingers, het kortste. Bij de dierenarts: “heeft u een transportkooi bij u”? Dat had ik. Als dieren van het asiel naar de dierenarts gaan voor een behandeling krijgen ze een kooi mee. Die kooi komt dan later met het beest weer mee terug. Maar in dit geval is het beest door goedwillende omstanders gebracht en er is dan ook geen kooi bij. Beest in de kooi, een heel lief, aanhankelijk beestje van naar schatting een half jaar oud. Geen chip anders was allang de eigenaar verwittigd, maar nu naar het asiel in de hoop dat er een geschikte baas voor gevonden kan worden. Of, natuurlijk, in het beste geval, er toch nog een eigenaar komt opdagen. Het beest is zo tam als wat. Het kan haast niet anders of die heeft bij mensen gewoond. Beest ingeladen, kooi gezeevast en op naar de uitvalsweg waar een dode kat zou liggen. | |
18-09-22 09:45:53 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
16.3: Is ‘t nou een kat? De uitvalsweg is een vrij drukke weg waar ik al vaker een beest vandaan gehaald heb. De laatste was de “Aangereden kat” van 14.2. Dat was één van de wat minder leuke ervaringen, maar je kunt niet alles hebben. Eerst maar eens kijken. De melder had een hectometernummer aangegeven waar het dier zou liggen. Dat is duidelijk genoeg. Dan heb je maximaal tweehonderd meter speling en dat is kort genoeg om even de berm aan weerskanten na te speuren. Vanaf de stad de betrokken weg opgereden en naarstig de hectometerpaaltjes in de gaten gehouden. Voorzichtig rijden, je wilt er niet voorbij vliegen. Het was vrij druk, maar de mensen achter me moeten maar even geduld hebben. Voor een dierenambulance is dat gelukkig wel vaak het geval, in ieder geval in het gebied waar ik me normaal gesproken ophoud. Bij het juiste paaltje aangekomen is de situatie onmiddellijk duidelijk. Midden op de weg ligt een zielig hoopje. Alarmlichten aan en de berm ingeschoten. Er zat op dat moment niemand achter me, dus het kon. Berm, tussen de weg en het fietspad, was breed genoeg, niets aan de hand. Uitstappen, plastic zak pakken en op het beest af. Het arme dier was compleet aan vellen gereden, daar was geen eer meer aan te behalen. Tussen de auto’s door sleep ik het naar de zijkant en trek de zak eroverheen. Kijken naar de chip is verloren moeite, het beest is te zeer beschadigd. Dan nog even de berm aan weerskanten inspecteren. Ik heb al eens eerder twee katten van hetzelfde stukje weg af gehaald. Dat was op 1.6: Twee dode katten. Voor hetzelfde geld ligt er nóg een in de berm. Terug in de auto bel ik de centrale. Even kortsluiten. Centrale zegt dat het hoe dan ook maar beter is om, al is het maar voor de vorm, toch maar even te checken of er niet tóch nog een chip inzit. Goed, ik rijd de auto naar een reguliere parkeerplaats een stukje verderop en daar open ik de zak en probeer wat er over is van de kop te vinden. De platitude van “aan de andere kant van daar waar de staart zit” is in dit geval praktisch. De staart is in ieder geval nog te herkennen. Maar als ik de plek heb waar vroeger de schouders gezeten hebben zie ik delen van het gebit. Doet me niet erg aan een kat denken, eerder aan een beestje als de zieke steenmarter van 9.3. Maar met zekerheid durf ik het niet te zeggen, het beest is te zeer beschadigd. Ik registreer het maar als kat waarbij er geen chip is aangetroffen. Dat komt tenminste overeen met de oorspronkelijke melding toen het beest waarschijnlijk in wat betere staat verkeerde. Tenslotte was ik sinds die duif en die levende kat al even onderweg. In de tussentijd zijn er vast meer auto’s overheen gereden. Op naar de grote stad, naar het asiel. Daar is alles al dicht, het is inmiddels al tegen zessen. Maar ik heb de sleutel en stop de gevonden kat in een tijdelijk hok. Voer zit al in het bakje, even wat water erbij, formulier in de bak en klaar. Dan de zak met de dode kat, of wat het ook maar mag wezen, in de vriezer. Formulier aanhechten zodat iedereen kan zien wat erin zit en wanneer het de vriezer is ingegaan. Ik kan weer naar huis. Bij huis gelijk maar de fiets ingeladen en dan is het tijd om naar de aflossing te rijden. | |
19-09-22 10:19:08 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
17: Twee duiven in één klap (Naar “Het dappere snijdertje” van Grimm) 17.1: Aangereden duif Het is rustig met de meldingen. De hele avond en de daaropvolgende ochtend niets te beleven. Daar wordt de baas niet vet van. Hoewel, zakelijk gesproken is de omzet hoe dan ook niet om over naar huis te schrijven. De inkomsten krijgen we voornamelijk uit donaties (dat is inclusief de bijdragen van eigenaren voor wie we gevonden dieren thuis of naar het asiel brengen), bijdragen van loterijen en gemeenten. En dat is hoe dan ook geen vetpot. Maar even na tweeën komt er een berichtje binnen. Een duif is aangereden en zegt geen boe of ba meer. Nou zijn duiven verbaal gesproken toch al geen hoogvliegers, maar deze deed nog minder dan gebruikelijk, al leefde ze nog wel. Ik onderweg. Een telefoontje om te melden wanneer ik zou arriveren wordt niet opgenomen. Prima, dan ga ik op de bonnefooi. Nog niet eens halverwege weer een telefoontje. De volgende melding, alweer een duif. Dit keer eentje met maar één oog. Eerst die eerste maar. Nog een telefoontje. Het is de eerste melder: “U had gebeld”? “Inderdaad, met een kwartiertje ben ik bij u”. “Oké”. In een kleine nieuwbouwwijk aan de rivier net buiten de binnenstad is het adres. Ruim parkeer voorhanden, mooi. Ik bel aan en een oudere vrouw doet open: “U komt voor de duif? Die zit achter u in de ton”. Inderdaad stond daar een soortement open regenton met op de bodem een duif met een schoteltje water ernaast. Mevrouw was onderweg naar de (klein)kinderen toen ze voor haar een duif tegen een auto zag vliegen. Gestopt en de verdoofde duif opgeraapt en meegenomen. Toen ik eenmaal gearriveerd was begon het beest net weer een beetje leven te vertonen. Ik zag geen uitwendige gebreken. Wel een ring, maar daar stond geen nummer op. Ik vertel mevrouw wat de procedure is: naar de opvang hier in de stad en daar bekijken ze het beest wat beter dan ik dat kan. En als hij weer bij zinnen is en hij heeft geen nadelige gevolgen gehad van zijn aanvlieging dan wordt ‘ie weer vrijgelaten. Mevrouw vraagt nog of er nog betaald moet worden. Nee. Een vergoeding wordt alleen gevraagd van eigenaren, al worden donaties op hoge prijs gesteld. Ik stop de duif in één van de bakjes en vertrek richting de volgende melding. | |
23-09-22 00:53:06 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
17.2: Duif eenoog Dat was een duif die volgens de melding maar één oog had. Het adres was een kinderboerderij in het stadspark. Ik was daar al wel eens langsgereden maar nog niet eerder binnen geweest. Niet dat daar normaal gesproken wat te zoeken heb, maar toch. Ik zet zet de kar neer op één van de parkeerplekjes en stuiter naar binnen, vogelbakje in de handen. Geen idee waar ik moet zijn, dus ik loop maar de stal binnen. Dat is een gebouw en daarbinnen zal vast wel één of andere administratieve gelegenheid zijn waar ik mijn licht kan opsteken. Dat bleek niet eens nodig, want toen ik achterin verzeild raakte waar de toiletten en een soort pantry gevestigd waren kwamen twee opgeschoten jongedames en een volwassen vrouw me tegemoet. Één van de meiden had een duif in de handen. Mevrouw vraagt: “U komt voor de duif”? Inderdaad, daar kwam ik voor. Bakje open, duif erin. Inderdaad zat één van de ogen dicht en het beest zag er ook niets mee, gezien de manier waarop hij met de kop draaide om de boel in de gaten te houden. Afscheid genomen van het drietal en weer terug naar de auto. Daar de opvang gebeld dat ik eraan zat te komen. Opvang vertelde me dat ik ze allebei maar in hok “B” moest zetten, naast die andere duif. Die “andere duif” was het beest dat ik een paar dagen terug niet herkennen kon, de “Gevallen duif” van 16.1 (duif uit de boom). Op naar de opvang en daar volgens instructie de beide duiven in hok “B’ geparkeerd. Bakje water erbij en nu maar hopen dat ze geen ruzie krijgen onderling. | |
23-09-22 09:04:10 | venzje Oudgediende WMRindex: 22.620 OTindex: 7.915 |
Quote @Emmo: Sommige houtduiven kunnen inderdaad een flinke haaksnavel hebben. In mijn tuin houdt er zo eentje ook regelmatig huis.hoewel ik vind dat hij voor een duif wel een grote haaksnavel, formaatje meeuw, heeft. | |
23-09-22 11:07:56 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
17.3: Kattenkrabbels Samen met de bijrijder ga ik op pad om een mogelijk verwilderde kat te pakken te krijgen. Beest is volgens de melder niet echt wild, ze is best aan mensen gewend. Ze loopt al een tijdje bij mensen door de tuin en zij vragen zich af of het beest ergens thuishoort. Het adres is in een buitenwijk, dicht tegen een vrij brede sloot, bijna een kanaal. Daar aangekomen worden we begroet door de heer des huizes en zijn zoontje. Mevrouw, die zich voornamelijk met de kat bemoeide, is tijdelijk de hort op voor een boodschap. Gevieren lopen we de tuin in op zoek naar de kat. Het is een vrij grote tuin, grenzend aan het water. In een hoek staat een tuinhuisje. Zoonlief, van een jaar of zeven, struint de hele tuin door op zoek naar de kat, maar die is, mogelijk vanwege de consternatie, niet meer te vinden. We praten nog even met mijnheer, maar gaan onverrichter zake er weer van tussen. Ze zouden weer bellen als de kat weer boven water gekomen was. Een tijd later krijgen we inderdaad een seintje dat het beest terecht was. Mevrouw had haar in de vingers gekregen en in een bench gestopt. De hele familie was nu weg, maar ze hadden de bench met de kat erin bij de voordeur gezet. We konden haar op komen halen. Wij weer die kant op. Inderdaad, bij de voordeur stond de bench met daarin een zwarte kat. Niet echt schuw. Even overzetten in onze eigen transportkooi en kijken of de dame gechipt is. Ik doe het deurtje van de bench open en reik naar binnen. Beest wijkt naar achteren, zodat ik er slecht bij kan. Beide handen naar binnen om de kat bij de lurven te grijpen. Kat is het daar niet mee eens en begint opeens een knokpartij dat het een lieve lust is. Nou heb ik vaker met katten van doen gehad. Doorgrijpen is het beste wat je doen kunt. Als je ze eenmaal goed beet hebt doen ze weinig meer al zijn ze nog zo vals. Dus ik draai het beest en sleur haar uit de bench. Collega haalt de lezer over de nek en warempel, er zit een chip in. Beest in de transportkooi en centrale maar even om advies vragen. Centrale kijkt het nummer na en vertelt dat het toch een wilde kat was. Ze was al gesteriliseerd bij een voorgaande gelegenheid en toen gelijk van een chip voorzien. We konden haar weer vrijlaten. Met wilde katten doen we in principe niets. Het enige wat gebeurt is onvruchtbaar maken zodat er geen jonge katjes bijkomen en chippen. Voor de rest mogen ze buiten spelen. Dan toch maar even zo hier en daar een pleistertje plakken. Helemaal ongeschonden was ik niet uit de strijd gekomen. We hebben goede handschoenen in de auto, maar ach, met zo’n halftamme kat heb je die toch niet nodig? Punt daarna was natuurlijk, waar laat je het beest vrij. Melder moet natuurlijk niet die kat wéér tegenkomen. Volgens centrale was bij de sportvelden een geschikte plek. Wij naar de sportvelden. Auto neergezet op de parkeer en ietsje verderop de kooi met de kat neergezet. Deksel open, het was een bovenlader, en een stap teruggedaan om de kat gelegenheid te geven om eruit te springen. Lauw loene. Beest vond het wel best in die bak en had geen zin om eruit te komen. Collega zegt: “zet die bak op z’n kant, dan moet ze wel”. Net als ik op de bak toeloop komt het kopje er bovenuit. Kat kijkt in de rondte en ziet mij. Als een haas schiet ze de bak uit en rent richting de kleedkamers aan de rand van het veld. Zeker een slechte ervaring met iemand gehad (ahem). Zo, die mag de omgeving gaan verkennen. | |
24-09-22 09:47:56 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
18: Wulp tussen de koeien 18.1: Wondere wulp Zoals min of meer gebruikelijk ga ik op de fiets richting grote stad om de bus op te halen. Bijzonderheid dit keer dat de collega daar een gewonde egel in huis had. Beestje was gisteravond gewond geraakt (op een niet nader te noemen, vrij knullige, manier) en door collega in overleg met de opvang thuis opgevangen ter observatie. Vandaag zou het beest tijdens de schemering weer teruggezet worden op de plek waar hij gevonden was. Dat werd mijn taak. Ik kreeg een kaartje mee met speld erop die een positie aangaf op de plaatselijke sportvelden. Daar kon het beest gedumpt worden. Terwijl we naast de bus aan het overleggen zijn gaat de telefoon. Een melding. In de polder ligt een wulp in het weiland. Een kudde nieuwsgierige koeien eromheen. Melder was bang dat de wulp vertrapt zou worden. Beetje eigenaardig, een gezonde wulp heeft geen last van koeien, die zet het op een lopen of gaat op de wieken als de koeien te opdringerig worden. Indicatie dat er wat loos is met het beest. Ik zou eigenlijk eerst mijn bijrijder ophalen, maar gezien de afstanden is het beter om eerst naar die wulp te gaan. Melder blijft op me wachten en als ik eerst via de stad de bijrijder ophaal gaat dat te lang duren. Positie is midden in de polder. Ik ken daar de weg, ik kom er elke keer op het fietsje doorheen. Uit de beschrijving weet ik waar het moet zijn. Bovendien staat de melder met een bakfiets op het fietspad op me te wachten. Kan niet missen. Domdommetje gidst me de stad uit en eenmaal in de polder is het makkelijk zat. Bij het dorp in het midden van de polder links en daar ergens moet het zijn. En inderdaad, halverwege staat een bakfiets op het fietspad. Alarmlichtjes aan en de bus de berm in. Mevrouw rijdt daar regelmatig met de hond in de bakfiets. Een nieuwsgierig beest dat overal en nergens aan wil snuffelen. Aan de overkant van de sloot in het weiland ligt een bruinig hoopje, stel koeien eromheen. Mevrouw had gekeken of ze fatsoenlijk de wei in kon, maar een gammel balkje geflankeerd door brandnetels was haar toch te gortig. Het dammetje was honderd meter verderop en ze wilde de wulp wel in de gaten houden en eventueel van op een afstandje de koeien wegjagen. Nou weet ik niet veel van jongvee, maar wel dat dit verloren moeite is. Van dichtbij kun je ze sturen, maar van veraf is dat op zijn best erg lastig. Zeker voor een stadse dame. afbeelding Ik pak een bakje en ga richting dammetje. De balk was ook mij te gammel. In het weiland wordt ik door de koeien begroet. Ik was weer wat nieuws voor die beesten dus moest er grondig geïnspecteerd worden. Als ik ter hoogte van mevrouw ben aangekomen zie ik inderdaad een wulp in het gras liggen. Als ik haar oppak probeert ze te fladderen. Vleugels zijn goed zo te zien, maar met de rechterpoot zit wat scheef. Beest kan niet goed lopen en dat is voor een weidevogel essentieel. Ik stop haar in het bakje, de lange snavel steekt naar buiten door één van de ventilatiespleten. Met bakje in de handen struin ik weer door het weiland richting dammetje, gevolgd door de kudde koeien die nog steeds te weten willen komen wat voor snuiter nu weer in hun weiland verzeild geraakt is. Ik klim weer over het hek en loop terug naar mevrouw en de auto. Even met mevrouw en hond gesproken. Hond was razend nieuwsgierig naar de wulp, mevrouw overigens ook. Alleen was mevrouw bang dat het in één hap einde wulp zou betekenen als de hond zijn nieuwsgierigheid kon bevredigen. Daar was, gezien het ras, alle kans op. Afscheid genomen en ik probeer de opvang te bereiken om te horen wat ik met dit beest moet aanvangen. Opvang is, om acht uur ‘s avonds, dicht en er wordt niet opgenomen. Opvang is ook vrijwilligerswerk en zij zijn ook niet altijd beschikbaar. Eerst de bijrijder maar eens ophalen, dan de egel uitzetten, het begon al aardig te schemeren, en dan kijken of er een alternatief is voor de wulp. | |
25-09-22 10:30:41 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
18.2: Genezen egel Bijrijder, ik had al eerder gebeld dat er een melding tussendoor kwam, verteld dat het nóg wat later werd en onderweg. Bij de brug over de rivier aangekomen bleek dat deze vanaf acht uur gesloten was voor onderhoud. Het was tien over acht. Ik moest dan ook via via naar de grote brug net buiten de stad. Het werd dus weer een paar minuten later. Bijrijder stond me al op te wachten, hop in de auto en karren maar richting de sportvelden. Daar zouden we de egel weer op zijn originele plekje terugzetten. De sportvelden in kwestie waren driftig in gebruik, maar er was toch nog een plekje vrij voor onze bus. En toen, aan de hand van het kaartje met de toegevoegde speld, het juiste plekje opgezocht. Elke keer sta ik er weer van te kijken, opgeleid als professioneel navigator met sextant en andere methoden, hoe mooi, makkelijk en nauwkeurig de moderne techniek is. Moet je je voorstellen dat er een stuk of wat satellieten boven je kop zwerven op een paar honderd kilometer hoogte (omdat de aarde een bolletje is zitten die dingen binnen de kortste keren een paar duizend kilometer van je vandaan) en toch kun je op een kastje dat je in de hand houdt je positie weergeven op een aantal meters nauwkeurig. Als je weet wat er allemaal achter steekt is het eigenlijk wonderbaarlijk. Op het plekje, een soortement open plek met wat gras en struweel tussen de bomen, openen we het bakje. Bijrijder durft niet maar ik pak het beest bij zijn stekels en til hem uit de box. Als je maar niet drukt dan vallen die stekels wel mee. Als hij rustig op je hand ligt gebeurt er niets. Als je te stevig wilt beetpakken, ja, dan heb je de stekels in je klauwen. Beestje op het gras gelegd, vlak bij het struweel. Daar kan hij mooi een duister plekje zoeken. Daarna vanwege die wulp opgebeld naar de opvang, weer geen gehoor. Dan maar naar het alternatief, dat is verder weg. Die namen wel op en waren ook nog genegen om naar de wulp te kijken. Bij de opvang aangekomen werd het beest bekeken. Beter dan ik, ik had alleen gezien dat er wat met de rechterpoot was. Opvang constateerde een open breuk, die al wat ouder was. Het beest was er al een tijdje mee aan het himpelen geweest. Ook was ‘ie vermagerd. Met een kapotte poot is het lastig eten zoeken. Kort en goed, het is jammer maar helaas, die wordt nooit meer een volwaardige vogel. Die poot geneest nooit meer zodanig dat ‘ie normaal lopen kan. Heel jammer, want er zijn al minder weidevogels dan gebruikelijk. Maar afmaken was toch de beste optie. Wel werd nog gevraagd of wij het er mee eens waren. In de tussentijd heb ik al meer dieren met open botbreuken naar een dierenarts gebracht en in vrijwel alle gevallen is het oordeel gelijkluidend. Als er geen goede kans op volwaardige genezing is, dan moet het dier uit zijn lijden geholpen worden. Voor de rest kwamen er verder geen meldingen meer door. Bijrijder naar huis gebracht en zelf ook naar huis gereden. Kwart over tien was ik thuis. | |
26-09-22 00:55:25 | HoLaHu Oudgediende WMRindex: 6.352 OTindex: 2.476 |
@Emmo: Jammer dat zo'n beestje afgemaakt moet worden, maar wel de juiste beslissing. Ook de meest diervriendelijke oplossing, want zonder jullie ingrijpen had het beest nog zeker dagen, zo niet weken een onprettig bestaan gehad. | |
26-09-22 09:37:54 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
18.3: Terug naar de basis Vanochtend om kwart over negen worden bijrijder en ik verwacht op een basisschool in de stad om een verhaaltje te doen over de dierenambulance. De bus gaat natuurlijk mee en wij zijn in uniform. Tenslotte moeten de kinderen wat te zien en later wat te vertellen hebben. Uiterlijkheden zijn dan belangrijk. Eerst maar de bijrijder ophalen. Ik ben al een beetje later en dan is de brug ook nog in reparatie en moet ik via de grote brug. Dan kom ik dik in het spitsverkeer terecht. Met andere woorden, ik kom tien minuten later dan beoogd bij de bijrijder. Die zit natuurlijk al te wachten en komt het huis uitsprinten als ik er aan kom rijden. Op naar de school, die is natuurlijk aan de andere kant van de stad, maar van het verkeer hebben we deze kant op geen last. Bovendien is het de oude school van mijn bijrijder en die gidst me via een aantal binnenweggetjes de stad door. We zijn toch nog een kwartier te vroeg. Gevraagd waar we zijn moeten, één van de groep drie klassen. Maar er is nog tijd voor een mok koffie. Na de koffie de trap op naar de bewuste klas. Volgens juf stonden ze zo goed als in de startblokken om te kijken waar wij uithingen. Wij hadden dus gewonnen. We bleven nog even in de klas om in het kort en op niveau te vertellen wat een dierenambulance doet en waar het voor is. Ook wat voorbeelden uit de praktijk verteld, hopelijk aangepast aan de denkwereld van zesjarigen. Voor mij is dat lastig, want ik heb die leeftijd niet in mijn nabije omgeving. Ik heb wel vaker voordrachten gehouden, maar die waren voor (semi)volwassenen. Toen het pièce de résistance: het bekijken van de bus. Dit was al tevoren min of meer afgesproken met de centrale, dus behalve voor de kinderen voor niemand een verrassing. Maar om de kinderen gaat het. Achterdeur en zijdeur open, bijrijder bleef buiten samen met de leerkracht om één en ander in goede banen te leiden, en ik stond binnen om de verschillende hulpstukken te laten zien en uitleg te geven. Daar moet je je ook weer niet te veel van voorstellen, verder dan uitleg over de verschillende transportkooien en wat voor beesten daar in passen, de handschoenen die je gebruikt om een egel op te pakken (ik niet, ik ben eigenwijs) en de verschillende vangnetten kom je niet. Zo werden de kinderen twee aan twee of drie aan drie wegwijs gemaakt in het interieur. Tot slot kregen ze van de bijrijder een kleurplaat waarvan de centrale een hele stapel in de bus gemieterd had. Als kinderen maar wat in de hand krijgen zijn ze blij, zei m’n oude moeder altijd. Zo kregen we achter elkaar meerdere groepen. Omdat de uitleg langer duurde dan begroot stonden de volgende groepen al te dringen en kreeg ik in de bus steeds grotere groepjes met kinderen. Het begon met twee tegelijk en op het laatst vijf. Maar ja, toen was het bijna pauze, en dan kun je doen en uitleggen wat je wilt, maar de pauze is belangrijker. Wat me wel opviel was de gedisciplineerdheid van de kinderen. De onderwijzers konden de kinderen heel behoorlijk met commando’s en opdrachten in bedwang houden. Ik heb zelf vrijwel geen ervaring met kinderen van die leeftijd, maar met alle geklaag over “die jeugd van tegenwoordig” vond ik dit een heel positief punt. | |
26-09-22 09:48:26 | Buick Oudgediende WMRindex: 5.640 OTindex: 1.132 |
Op weg naar school en dan die aloude smoes gebruiken van: de brug stond open Je bijrijder zal wel in de lach geschoten zijn | |
27-09-22 09:21:56 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
19: Kippige merel 19.1: Vermoeide merel Na de overdracht gebeurt er niets, helegaar niets. Ook de volgende ochtend blijft het rustig. Tot een uur of half twee. Dan komen er plotseling twee meldingen tegelijk binnen. De eerste is een merel de in een tuin zat en al een hele dag min of meer op hetzelfde plekje bleef. De tweede betrof een stel kippen, of hanen, die vlak bij de grote verkeersbrug onbegeleid waren aangetroffen. De tijd was hetzelfde, maar de merel stond bovenaan. Daar maar eerst naar toe. Het adres was in de binnenstad aan de gracht. Eerst maar weer opbellen dat ik eraan zit te komen en onderweg. Ter plekke aangekomen de auto aan de gracht gezet op een open plekje, een veertig meter van het adres. Ik loop met een bakje in de handen naar het huis. Een man en een vrouw stuiteren de voordeur uit en roepen al van verre dat ik de kar ook wel op de stoep voor het huis had kunnen zetten. Daar was inderdaad plek voor, maar gezagsgetrouw als ik ben (kuch, grote kuch) zet ik een auto toch liever op een daarvoor bestemde plek. Soms kan het niet anders maar dan is het overmacht. Via de woonkamer naar het plaatsje achter. Daar stond op een tuinstoel een kartonnen doos met daarin de bewuste merel. Ik pak het dier uit de doos en bekijk het. Geen verweer en in de doos zat ze ook niet lekker. Geen beschadigingen te zien, behalve een enigszins kale plek op de kop. Weer eens een dik vraagteken voor ondergetekende. Goed is het dier niet, maar wat het mankeert? Geen idee. Ik praat nog even met de mensen en vertel dat ik het naar de opvang hier in de stad zal brengen. Daar hebben ze meer sjoege van vogels dan ik ooit zal hebben. Terug in de bus bel ik naar de opvang dat ik er aan zit te komen met een zieke merel. Geen gehoor. Goed. Meest efficiënte is eerst die kippen op te pikken, dan de merel naar de opvang en dan de kippen naar de opvang in de grote stad. De kippen zijn tam en de opvang in de stad neemt alleen wilde dieren, geen tamme. | |
28-09-22 17:11:56 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
19.2: Losse kippen Een paar straten verderop is het adres van de kippen. Mensen hadden tijdens een wandeling bij de brug aan de overkant van de rivier een stelletje tamme kippen aangetroffen. Ze twijfelden of het kippen of hanen waren. Overduidelijk tenminste even goed op de hoogte met de diverse kippenrassen als ikzelf. Het adres waar ik moest zijn was in een oudere nieuwbouwwijk, net buiten de binnenstad. De mensen hadden de kippen dus mee naar huis genomen. Ik kom aan en vlak bij het huis is een parkeergelegenheid. Mooi. Ik bel aan en dan komt via achterom een man die me gebaart om achterom te komen. Ik volg mijnheer en via het tuinhek kom ik in de achtertuin. Daar zijn man, vrouw en twee kinderen aanwezig. De kippen hadden ze in een soortement groentebed met een houten deksel opgesloten. Deksel gelicht en daar zaten drie zwarte kippen, alle drie met een rode kam. Zoals gezegd heb ik de ballen verstand van kippen, maar drie hanen vreedzaam in een hok lijkt mij minder waarschijnlijk dan drie kippen in een hok. De mensen deden gezamenlijk hun verhaal. Hoe ze aan het lopen waren geweest en hoe ze de beesten hadden aangetroffen en waarom ze ze meegenomen hadden. Prima. Gewoon hun verhaal laten doen. Is verder nauwelijks van belang maar de mensen willen hun ei kwijt. Voordat ik aankwam wist ik maar weinig, niet hoeveel en ook niet hoe groot de kippen waren, ik had dan ook niets meegenomen. Eerst inspecteren waar we het eigenlijk over hebben. Kippetjes waren vrij klein, met een beetje goede wil konden ze gedrieën in de grote bak. Uit voorzorg had ik maar twee bakken meegenomen, maar achteraf gingen drie kippen best in één bak. Bakken ingeladen en eerst naar de opvang voor de merel. Nog steeds geen antwoord van de baas van ‘t spul. Aangekomen blijkt dat hij een appje gestuurd had met het bericht dat er een ziekte heerst onder merel- en lijsterachtigen. Toen ik dat las had ik de merel al met een bakje water in een hok gezet. Gelijk maar een berichtje terug dat de merel al in een hok zat. Ik kan er verder ook weinig aan doen. Als ik onderweg ben hoor ik niet of er een app binnenkomt door het handsfree systeem. Bovendien belt de goede man normaal gesproken per telefoon en dan ben je ook minder alert op Whatsapp. Bovendien, als het beest ziek is, en gezien het gedrag was daar alle kans op, wat moet ik dan met het beest? Schop met het voetje de natuur in en daar laten creperen? Eerlijk gezegd ben ik daar niet voor ingehuurd. Aan de andere kant kan ik me heel best voorstellen dat de man geen ziektes in de opvang wil introduceren. De kippen gaan naar de grote stad. Dat is zo’n twintig minuten rijden. Achter me was het een gekakel vanjewelste. De beesten vermaakten zich prima, zo te horen. Maar eens kijken of er bij aankomst een eitje voor me ligt. Maar dat bleek niet zo. De baas van ‘t spul was even bezig met z’n computer, daar moet je altijd geduld voor hebben. Computers zijn de laatste dertig jaar onnoemelijk veel sneller geworden maar programma’s die snel werken en reageren is nog steeds teveel gevraagd. Beesten in een hok gezet. De baas wist gelijk dat het tamme beesten waren. Ze zouden de sociale media in de gaten houden of iemand z’n kippetjes kwijt was. Met het oog daarop had ik al de vindplaats en dergelijke op het formulier vermeld. | |
29-09-22 00:59:30 | HoLaHu Oudgediende WMRindex: 6.352 OTindex: 2.476 |
Hanen zijn groter dan hennetjes, ze hebben een grotere kam en prominentere staartveren. Ook hebben ze vaak meer kleur dan hennen, maar dat ligt ook aan het ras. | |
29-09-22 11:07:56 | venzje Oudgediende WMRindex: 22.620 OTindex: 7.915 |
En bij verreweg de meeste rassen hebben alleen de hanen sporen aan hun poten. | |
29-09-22 12:01:28 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
19.3: Stads konijn Als ik eenmaal die kippen heb afgeleverd en de formuliertjes heb ingevuld besluit ik nog even bij het asiel langs te gaan om de vuile was in te leveren, elke keer als we een dier transporteren leggen we een schone handdoek in de box. Omdat niet alle dieren even continent zijn levert dat na verloop van tijd een stapeltje vuile handdoeken op. Die kunnen gewassen worden in het asiel. Tegelijk kan ik dan ook de ingevulde formulieren inleveren. Zo periodiek moet dat ook gebeuren. Ben ik net een paar honderd meter onderweg, gaat de telefoon. Een melding. In de stad is een loslopend konijn gevonden. Saillant detail is dat de melder een medewerker van het asiel is. Maakt verder niet uit. Ik stel het domdommetje opnieuw in op een parkeerplaats langs de kant van de weg en ga onderweg richting konijn. Het adres is in één van de oudere wijken. De vrij nauwe straat staat mudvol met auto’s. Dan toch maar op de stoep met die kar. Alarmlichtjes aan en maar hopen dat er nog iemand voorbij kan. Even een konijn oppikken hoeft normaal gesproken niet lang te duren. Ik probeer aan te bellen. Geen bel te vinden. Dan maar op het raam kloppen. Dan wordt er vanachter me, vanaf de overkant van de straat geroepen. Ik moest daar wezen. Waarschijnlijk was er een soort buurtbijeenkomst want als ik de tuin binnenkom zit daar een heel stel mensen rond een tafeltje. Één van de mensen: “Hee, hebben jullie die kooi van ons gejat”? En ook maar gelijk ‘Bus 1’ erop gekalkt”. Dat was blijkbaar de vrijwilliger van het asiel die de melding gedaan had. Bus 1 is onze bus, die het westelijke gebied verzorgt. Bus 2 rijdt normaal aan de oostkant van de grote stad. Ik: “Natuurlijk, anders komen we nóóit aan onze spullen”. Het blijkt dat er inderdaad een konijn gevonden is. Het gezelschap had het in de tussentijd al als “gevonden” op Facebook gezet. Inmiddels was er ook al een antwoord binnen. Mensen van een straat verderop waren inderdaad een konijn kwijt, beest was een notoire wegloper. Ik kon dus onverrichter zake weer aan mijn stutten trekken. Net als ik het tuinhekje achter me dichttrek komt er een man met een zoekende blik in de ogen aanlopen, vergezeld van een kloft kinders. Die kwamen hun konijn ophalen. Eind goed al goed. | |
30-09-22 09:21:03 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
19.4: Gevlogen vogel Eenmaal thuis laad ik mijn fiets weer in de bus. Binnenkort is het tijd om het ding weer weg te brengen naar de volgende chauffeur. Net als ik onderweg wil gaan gaat de telefoon. Er zit ergens een merel met een gebroken poot. Goed, doen we eerst de merel. Ik sein de collega in dat het wat later wordt omdat er een melding in de weg zit. Ik stap in en programmeer de domdom voor het gewenste adres. Net als ik wil wegrijden gaat de telefoon nog een keer. Toen de melder de vogel in een doos wilde stoppen nam hij de kuierlatten en vloog weg. Verstandig beest, maar assistentie was niet meer nodig. Ik geef een seintje aan de collega dat ik toch zijn kant op kom. Collega komt terug met de opmerking “Merels zijn sterke vogels”. | |